Werkwoordspelling

Werkwoordspelling: de ultieme uitleg https://www.youtube.com/watch?v=JiNs794-QF0

Vorm

Uitleg/regel(s)

Voorbeelden

Persoonsvorm tt

Ik-vorm

Ik-vorm + t

Hele ww

Ik maak / maak jij

Jij/hij/zij/het maakt

Wij/jullie/zij maken

Persoonsvorm vt

Sterk ww: schrijf wat je hoort.

 

Zwak ww: t k f s ch p

Ik-vorm + -de(n) / -te(n)

Lopen – liep – gelopen

Eten – at – gegeten

Fietsen – fietste

Geeuwen – geeuwde

Verhuizen - verhuisde

Voltooid deelwoord

Sterk ww: schrijf wat je hoort.

Zwak ww: t k f s ch p

Geweest, gedronken

Gefietst / gegeeuwd

Onvoltooid deelwoord

Infinitief + d(e)

Fietsend(e) ging hij op weg

Gebiedende wijs

Ik-vorm

Zet je fiets in de schuur!

Maak je huiswerk!

Vind mijn telefoon!

Bijvoeglijk naamwoord

Zwak ww: zo kort mogelijk

Sterk ww: als vd (incl. -n)

Vergroten: de vergrote foto’s

Lopen: de gelopen afstand

Infinitief

Hele werkwoord