We denken graag van onszelf dat we altijd goed nadenken over wat we wel en niet doen. Maar als je kritisch naar je eigen gedrag of dat van anderen gaat kijken, kom je er al snel achter dat dat toch niet helemaal waar is. Want waarom doe je toch een schietgebedje voor die voetbalwedstrijd? En waarom loop je toch niet onder die ladder door of ontwijk je die zwarte kat? En waarom geloven mensen dan in goden waarvan het bestaan niet bewezen kan worden?
Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom mensen geloven in dingen die groter zijn dan zijzelf. Hier komen ze:
We kunnen er als mensen moeilijk mee omgaan dat er verdrietige of pijnlijke dingen kunnen gebeuren. We proberen pech of ziekte te voorkomen door bijvoorbeeld een schietgebedje te doen of door goed op te letten dat we geen dingen doen die ongeluk kunnen brengen (zoals een spiegel breken of onder een ladder doorlopen).
Al vanaf mensen bestaan, willen we graag weten wat er gebeurt na de dood. Veel godsdiensten geven een antwoord op deze vraag.
Bij veel godsdiensten komen mensen in groepen samen. Met elkaar leren ze over het geloof en vieren ze belangrijke feestdagen. In alle grote wereldgodsdiensten worden mensen opgeroepen om goed voor elkaar te zorgen.
Mensen vinden het lastig om om te gaan met dingen die geen duidelijke uitleg hebben. Godsdiensten kunnen antwoorden geven op vragen zoals: "Hoe is de mens ontstaan?" "Waarom gebeuren er erge dingen?" of "Wat is het doel van mijn leven?".