Theorie
Kassasysteem
Er zijn 3 soorten kassa’s te onderscheiden:
Achter de kassa krijg je te maken met:
Nieuwe ontwikkelingen zijn er op het gebied van betalen met een mobiele telefoon en contactloos betalen (het houden van de betaalpas tegen de betaalautomaat).
Aan het einde van de dag wordt de kassa opgemaakt. Er wordt dan gekeken hoeveel geld er in de geldlade zou moeten zitten. Vervolgens wordt er gekeken hoeveel er daadwerkelijk inzit. Een eventueel verschil wordt een kasverschil genoemd.
Post
Als facilitair medewerker krijg je (in de postkamer) te maken met inkomende en uitgaande post.
Bij inkomende post wordt de post na opening meestal geregistreerd en/of gescand en vervolgens via de mail verstuurd of persoonlijk afgeleverd.
Bij uitgaande post krijg je te maken met verschillende manieren van verzending:
Verzendkosten (portokosten) hangen van verschillende dingen af:
Woord | Betekenis |
---|---|
Formele taal | Zakelijk taal gebruik, zoals je met onbekenden praat. Voorbeeld is het gebruiken van u, geachte etc. |
Objectief | Iets zonder mening, een feitelijk iets, bijvoorbeeld een groene trui. |
Subjectief | Iets met mening, bijvoorbeeld een mooie trui. |
Mailprogramma | Waarmee jij een mail kan sturen. |
Adressenbestand | Waar alle adressen zijn opgeslagen |
Word | Bestand waarin je kan type, hierin kan je bijvoorbeeld verslagen uitwerken |
Outlook | Mailprogramma |
CC |
Er zijn verschillende manieren waarop je een e-mail kunt versturen. De meest voorkomende is een e-mail aan één persoon. Je typt dan gewoon de naam van de geadresseerde in de eerste adresregel en drukt op verzenden. Je kunt een e-mail ook als cc (kopie) of bcc (blinde kopie) mailen. |
Onderwerp | Bij het mailen zet je hier neer waar je mail over gaat |
Aangetekende post | Als je je post of pakket aangetekend verstuurt, krijg je een bevestiging zodra deze is bezorgd. Zo weet je zeker dat jouw post of pakket is aangekomen bij de geadresseerde. |
Frankeren | Frankering houdt in dat een poststuk (brief, pakket, enzovoort) wordt voorzien van postzegels, een automaatstrook, een frankeerstempel of een postzegelcode; dit dient als bewijs dat de betaling geregeld is. Het bedrag is afhankelijk van gewicht en grootte van het poststuk en van de aard van verzending. |
Archiveren
Archiveren: het opslaan van gegevens volgens een vast systeem.
Er zijn 2 soorten archieven:
- Dynamisch archief: bevat gegevens die tijdens het werk worden gebruikt.
- Statisch archief: wordt bijna nooit gebruikt (bewaarplaats van oude documenten).
Archiveren kan op:
Voor het opbergen van papieren documenten wordt gebruik gemaakt van archiefdozen, ordners en/of hangmappen.