paragraaf 1.2; Sporen van de eerste mensen
1. Op welke twee manieren is de geschiedenis ingedeeld?
2. Welke verschillende verklaringen voor het ontstaan van de mens kennen we?
3. Welke drie mensachtigen kennen we vanuit de evolutie en wat is het verschil tussen de soorten?
4. Welke twee verschillende soorten historische bronnen kennen we?
5. Wat zijn kenmerken van een cultuur?
Paragraaf 1.3; Van kamp naar kamp
1. Waaraan heeft de steentijd zijn naam te danken?
2. Wat zijn jager-verzamelaars en wat eten zij?
3. "Jager-verzamelaars leefden in kleine groepen. Zij hadden weinig bezit en woonden in simpele tentjes." Leg uit waarom jager-verzamelaars zo leefden. Gebruik in jouw antwoord het begrip nomaden.
4. Leg uit dat klimaatverandering positief was voor de jager-verzamelaars.
5. Waaruit blijkt dat verschillende groepen jager-verzamelaars contact hadden met elkaar? Gebruik in jouw antwoord het begrip ongeschreven bron.
6.Wat bedoelen we met oorzaak en gevolg?
Paragraaf 1.4: De Landbouwrevolutie
1. Wat zijn de drie stappen van bronvragen beantwoorden?
2. Welke belangrijke ontdekking werd er in de Vruchtbare halve maan gedaan?
3. Hoe heeft de ontdekking in de Vruchtbare halve maan de levens van jager-verzamelaars veranderd?
4. Wat hield de landbouwrevolutie in en waarom noemen we deze gebeurtenis een revolutie?
5. Hoe heeft de landbouwrevolutie gezorgd voor het ontstaan van dorpen?
Paragraaf 1.5; Machtige staten
1. Waarom kwamen de eerste steden juist in de vruchtbare halve maan voor?
2. Leg uit hoe de rivier de Nijl de Egyptische boeren helpt bij de landbouw. Gebruik in jouw antwoord het begrip irrigatielandbouw.
3. Wat zijn drie gevolgen van de irrigatielandbouw?
4. Leg uit wat een staat is en wat voor rol de farao daarin speelt.
5. Hoe betaalden de Egyptische boeren belasting en waar werd die belasting voor gebruikt?
6. Leg uit waar hiërogliefen voor werden gebruikt.
7. Leg uit of hiërogliefen geschreven of ongeschreven bronnen zijn.
Paragraaf 1.6; Priesters en mummies
1. Leg uit hoe de hiërarchie eruit zag in het oude egypte. Gebruik in jouw antwoord het begrip sociale lagen.
2. Welke vier sociale lagen zijn terug te vinden in de tekst Aanzien en status?
3. Welk verband is er te leggen tussen polytheïstische godsdiensten en natuurgoden?
4. Wat deden de Egyptenaren om de goden tevreden te houden?
5. Waarom lieten belangrijke Egyptenaren zichzelf mummificeren?