Van nature komt kalium voor in gesteenten, in zeewater en vooral als zoutafzetting - ingesloten tussen dikke zoutlagen - in de grond (Franse kalimijnen). Deze zoutafzettingen zijn in het grijze verleden ontstaan door verdamping van zeewater. In warme streken worden ook heden zouten gewonnen door verdamping van (zout) zeewater.
De functie van kali bij plantengroei
Het komt in het celvocht voor als K‑ion.
Functies:
Kali bevordert de productie van koolhydraten (vooral van belang voor bol‑ en knolgewassen).
Kali bevordert het transport van assimilaten door de plant.
De planten worden steviger en sterker tegen schimmels, vorst en droogte.
De kwaliteit van vruchten wordt beter wat betreft:
kleur, bij het afrijpen geeft men wel extra kali om een betere kleur bij de vruchten te krijgen (tomaat en druif);
de smaak en geur worden beter (assimilatie).
Wat zien we bij kaligebrek?
Het blad blijft achter in de groei en de kleur is vaak donkerder dan normaal. De bladrand is meestal geel gekleurd en vaak verdord ('randjesziekte'). De verdorring kan zich over het gehele blad uitstrekken.
Vaak sterven de bladeren vroeg af.
Vruchten hebben een slechte kleur.
De gevolgen van kali‑overmaat zijn:
Kali remt de opname van magnesium, calcium en borium, zodat vooral magnesiumgebrek kan ontstaan.
Kalideeltjes zijn positief (K+) en kunnen dus wel worden vastgehouden door het kleihumuscomplex zodat ze niet zo snel uitspoelen.
We meten weer op 2 manieren:
K‑water: We spoelen de grond door met water en krijgen dan de direct opneembare hoeveelheid kali.
K‑HCl: We spoelen de grond door met een HCl‑oplossing. De H deeltjes duwen dan de K+‑deeltjes weg van het kleihumuscomplex en deze komen dan samen met de losse K+-deeltjes in de spoelvloeistof. Dan krijgen we een cijfer dat aangeeft wat op de lange duur voor de planten beschikbaar is.
Welke kalimeststoffen kennen we?
We delen de kalimeststoffen in twee groepen in, te weten:
a) Chloorhoudende meststoffen
Kalizouten met verschillend gehalte, onder andere 40% en 60%, afhankelijk van de fabriekszuivering. Ze bevatten de kali in de formule KCl en brengen dus chloor in de grond wat vele planten slecht verdragen.
b) Chloorarme meststoffen, met minder dan 3% chloor
Belangrijke K‑meststoffen zijn:
Kalisalpeter KNO3, 42% kali en ook 13% stikstof;
Patentkali K2S04 + MgS04, 25% kali en ook 8% magnesium;