Als in een opdracht verschillende bewerkingen voorkomen, houd je een vaste volgorde aan:
1 Alles wat tussen haakjes staat eerst.
2 Kwadrateren en worteltrekken van links naar rechts.
3 Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
4 Optellen en aftrekken van links naar rechts.
Maken:
Niv. 4: Opdracht 1 t/m 5
Niv. 3: de docent geeft aan welke opdrachten je moet maken.