In opdracht 2 werkte je aan de volgende leerdoelen:
|
|
|
|
1. Je haalt voor jou lastige en/of belangrijke woorden uit een tekst en met behulp van de tekst noteer je de betekenis. |
|
|
|
2. Je herkent de inleiding, het middenstuk en het slot in een tekst. |
|
|
|
3. Je kunt informatie in de kern van de tekst vinden |
|
|
|
4. Je overtuigt de lezer van jouw mening met argumenten. |