➜ Je krijgt vijf teksten te zien. Maak de opdrachten en geef bij elke tekst aan om welke tekstsoort en welk tekstdoel het gaat. Gebruik hiervoor de theorie over tekstdoelen en tekstsoorten uit stap 1.
➜ Zet een print screen van je antwoorden op de vragen van opdracht 4 - stap 2 in Seesaw en zet een link in je logboek in Egodact.