Als je werkt op een forensisch laboratorium, onderzoek je stoffen. Ongeveer 100 jaar geleden zou dat een beperkt onderzoek geweest zijn. Alle voorwerpen waren van natuurlijke materialen zoals hout, katoen of metaal. De kleding was vrij saai, omdat er weinig kleurstoffen waren. Door de scheikunde (ook wel chemie genoemd) is dat sterk veranderd. Er is een grotere keuze uit stoffen, bijvoorbeeld kunststoffen (plastics). En door de ontwikkeling van kleurstoffen ziet de wereld er nu veel kleurrijker uit. Scheikunde houdt zich bezig met stoffen. Hierbij moet je niet alleen denken aan het stof uit de stofzuigerzak. Ook als je daarbij nog denkt aan katoen, wol of nylon – het materiaal waar je kleren van gemaakt zijn – is dat te beperkt. Binnen de scheikunde bedoelen we dan alle materie, dus ook water, zout, zeep, zuurstof, benzine noemen we een stof.