6.1 Vezels analyseren

Vezels zijn polymeren. Polymeren zijn (eenvoudig gesteld) grote moleculen (dit zijn bouwstenen waaruit meterie is opgebouwd) die zijn opgebouwd uit een groot aantal bouwstenen. Deze bouwstenen worden ook wel monomeren genoemd en koppelen via een reactie aan elkaar Zo ontstaat één groot molecuul. Het ontstaan van een polymeer uit monomeren wordt vaak vergeleken met een ketting die ontstaat doordat men de kralen aan elkaar rijgt (zie figuur 9).

Figuur 9

De namen ‘polymeer’ en ‘monomeer’ zijn afgeleid van de Griekse woorden polus (veel), meros (= deeltje) en monos (= alleen). Je kunt polymeren onderverdelen op grond van het soort monomeer dat wordt gebruikt en hoe deze aan elkaar koppelen bij het vormen van een polymeer. Deze wijze van indelen wordt vaak door chemici gehanteerd. Vanuit forensisch oogpunt is het echter juist handig om de polymeren onder te verdelen in biopolymeren en synthetische polymeren. Biopolymeren zijn natuurlijke producten en worden aangemaakt door planten en dieren. Voorbeelden van biopolymeren zijn eiwitten en cellulose. Synthetische polymeren kunnen uitsluitend in een laboratorium worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld plastic en nylon.

Een forensisch onderzoeker is gespecialiseerd in een onderdeel van de forensische wetenschap. Sommige forensisch onderzoekers zijn deskundige op het gebied van vezels. Zij kunnen vaak al vrij snel een (onbekend) vezel herkennen op grond van ervaring en in verband brengen met een misdrijf (een voorwerp, een slachtoffer, etc.). Zij gebruiken in principe een voorschrift om een vezel te kunnen herkennen.

 

Opgave 16

Welke reden(en) hebben (forensisch) onderzoekers om een voorschrift te hanteren?

 

 

In de practica ga je zelf na (of en) hoe je een bepaalde vezel kunt herkennen. Je bekijkt een vezel onder de microscoop en voert ook een aantal chemische experimenten met de vezel uit. In het microscopisch onderzoek maak je een tekening van de structuur van de vezels en in het chemisch onderzoek voer je een eiwittest en ook een verbrandingstest uit.

 

Opgave 17

Met welk soort onderzoek (microscopisch of chemisch) denk je het makkelijkst een vezel te kunnen identificeren? Licht je keuze toe.