5.1 Bloed aantonen

Er zijn situaties waarin men geen bloedsporen met het blote oog kan waarnemen en waarbij men toch het idee heeft dat er wel degelijk bloedsporen aanwezig moeten zijn (geweest). Op de plaatsen waarvan wordt vermoed dat er bloedsporen aanwezig zijn, kan gebruik worden gemaakt van een oplossing van luminol en waterstofperoxide als reagens op bloed. Eenvoudigweg kan gesteld worden dat een reagens een stof (of een mengsel) is waarmee een andere stof kan worden aangetoond.

In hoofdstuk 3.2 hebben we het begrip indicator en reagens al gezien.

Luminol is geen systematische naam maar is afgeleid van het Latijnse woord voor licht: lumen. Luminol kan reageren met waterstofperoxide ­waarbij een helder, blauwgekleurd licht vrijkomt.

In de praktijk verloopt de reactie van luminol met waterstofperoxide bijzonder traag. Om de blauwachtige kleuring van de luminolreactie te kunnen waarnemen kan het experiment het beste in een donkere kamer worden uitgevoerd. De reactie gaat een stuk beter als er een kleine hoeveelheid ijzer als katalysator aanwezig is. Een katalysator is een stof die een reactie beter en sneller laat verlopen.

Luminol, waterstofperoxide en ijzer in bloed https://www.youtube.com/watch?v=u73H-5-RP5Y

Toepassing van luminol (CSI)

Opgave 14

  1. De reactie van luminol met waterstofperoxide kan worden versneld door gebruik te maken van een katalysator. Wat zou het effect zijn van het gebruik van een katalysator op de hoeveelheid licht die per seconde wordt uitgezonden bij de reactie van luminol met waterstofperoxide?
  2. Een goede katalysator voor de genoemde reactie is ijzer. Waarom is dit een goede katalysator om bloed te laten zien?
  3. Waarom is het niet erg dat de luminol en het waterstofperoxide al samen in één oplossing zitten voordat het op een te testen oppervlak wordt gebracht?