2.1 Vingerafdrukken zijn uniek

Een op een voorwerp achtergelaten afdruk van een vinger heet een vingerafdruk. Vingerafdrukken blijven achter op alles wat je vastpakt: op de kruk van de deur die je opent of op het glas waaruit je drinkt. Tijdens het vastpakken van een voorwerp breng je een laagje huidvet op het voorwerp over. Je kunt dat zien aan vingerafdrukken op een ruit of op een glimmend tafelblad. Hierdoor ontstaat er een soort stempel.

Bekijk de clipphanger over vingerafdrukken.

De afdruk wordt veroorzaakt door de zogenaamde papillairlijnen. Dit zijn lijnvormige verhogingen van de huid (denk bijvoorbeeld aan dijken langs een rivier). De Engelse geleerde Sir Francis Galton bestudeerde aan het einde van de 19de eeuw vingerafdrukken en kwam tot de conclusie dat vingerafdrukken per persoon uniek zijn. Zelfs eeneiige tweelingen hebben verschillende vingerafdrukken.
De stelling dat vingerafdrukken uniek zijn, is empirisch bepaald. Dat wil zeggen dat deze stelling verkregen is uit experimenten of ervaring. In de meer dan 100 jaar dat vingerafdrukken onderzocht worden, zijn er nog nooit twee dezelfde vingerafdrukken van verschillende personen gevonden.
In verschillende databanken over de gehele wereld zitten miljarden vingerafdrukken die allemaal verschillend zijn. Omdat vingerafdrukken uniek zijn, zijn ze uitermate geschikt voor identificatie van personen. Dit in tegenstelling tot kenmerken van personen die niet uniek zijn zoals de bloedgroep.

 

Opgave 4

  1. Noem nog drie kenmerken die mensen met anderen gemeen kunnen hebben.
  2. Noem nog twee kenmerken, net als vingerafdrukken, waarin mensen verschillen.

 

Behalve dat vingerafdrukken per persoon uniek zijn, vond Galton nog drie redenen waardoor vingerafdrukken goed gebruikt kunnen worden voor identificatie:

 

Opgave 5

Wat betekent classificeren?

 

Maar wat maakt vingerafdrukken nu zo uniek? De verschillen tussen huidlijnenpatronen kun je beschrijven door ze in te delen bij een aantal hoofdgroepen. Deze hoofdgroepen kenmerken zich door verschillende globale figuren in het huidlijnenpatroon die hoofdpatronen heten.

 

 

 

Opgave 6

Bekijk de video: Teken en benoem de drie hoofdpatronen.

Naast het onderscheid in hoofdpatronen kun je onderscheid maken door te kijken naar details in het lijnenpatroon. Kenmerkende details heten typica, omdat deze typisch zijn voor het huidlijnenpatroon van de betreffende persoon.

Kenmerkende details kunnen bijvoorbeeld punten zijn waar huidlijnen splitsen of stoppen.

Opgave 7

Bekijk het document: Benoem de 10 typica.

 

De papillairlijnen van een vingerafdruk vormen dus figuren, waarvan de details uniek zijn. In een forensisch onderzoek kijk je bij het vergelijken van vingerafdrukken in de eerste plaats naar de hoofdgroepen. Vervolgens zoek je overeenkomende typica op overeenkomende onderlinge posities, de zogenaamde dactyloscopische punten. (Dactyloscopie komt uit het Grieks en betekent: kijken naar vingers.)

Op basis van deze dactyloscopische punten vindt identificatie plaats. In een strafrechtelijk onderzoek neemt de recherche vingerafdrukken van alle tien de vingers van een verdachte. Vervolgens maakt de recherche hiervan inktafdrukken op papier en bergt deze, gesorteerd naar hand en vinger, op in het archief. Om een verdachte uit te sluiten of te koppelen aan een misdaad, vergelijkt men de afdrukken in het archief met een op het Plaats Delict gevonden afdruk. Bij dit vergelijken let de rechercheur dus op de aanwezigheid en de onderlinge posities van de verschillende typica. In Nederland eist de rechter dat er minimaal 12 punten van overeenkomst zijn.

Figuur 5: Deel van een vingerafdruk met 12 typica