Medicijnen kunnen verschillende manier hebben waarop ze werken:
Symptoombestrijders: Medicatie die de symtomen van een ziekte bestrijdt maar niet de ziekte zelf.
Bijv. paracetamol
Causale werking: De medicatie pakt de oorzaak van de ziekte aan en geneest dus de ziekte.
Bijv. antibiotica
Tekorten aanvullen: De medicatie vult tekorten in het lichaam aan.
Bijv. ijzerpreparaten, insuline
Profylactische werking: De medicatie voorkomt dat iemand ziek wordt.
Bijv. inenting tetanus, de pil
Placebo: een als nep-geneesmiddel dat geen werkzame bestanddelen bevat