Par. 4.3 Rivieren: adaptief deltamangement
In deze paragraaf gaat het over de maatregelen die we nemen om ons land te beschermen tegen wateroverlast/overstromingen. Voor de kust is dit dynamisch kustbeheer en voor de rivieren spreken we o.a. over “ruimte voor de rivier”.
Begrippen die horen bij deze paragraaf:
(de begrippen moet je vooral kunnen gebruiken om een vraagstuk op te lossen)
Rijkswaterstaat
Adaptief deltamangement
Verzilting
Kribben
Gekanaliseerd
Stuwen
Dwarsprofiel
Winterdijken
Zomerdijken
Noodoverloopgebieden
Rivierbedverruiming
Nevengeul
Fluviaal schaalniveau
Rijnconferentie
“Actieplan Hoogwater” retentiebekken
Hoofdvraag:
Hoe ziet het Nederlandse en internationale rivierbeleid er nu en in de toekomst uit?
Vragen die horen bij deze paragraaf:
dat het overstromingsgevaar samenhangt met de ruimtelijke inrichting, zowel
binnen- als buitendijks;
met welke maatregeten we de rivier meer ruimte geven;
hoe afsluitbare waterkeringen in combinatie met bergingsgebieden er bij hoogwater voor kunnen zorgen dat overstromingsrisico's beperkt worden;
om welke twee redenen men het peil van het lJsselmeer flexibel wil houden;
waarom men na 1995 anders is gaan denken over het overstromingsgevaar van de rivieren;
dat menselijk ingrijpen in het stroomgebied leidt tot een onregelmatiger regiem, verkorting van de vertragingstijd en een verhoogde piekafvoer;
dat maatregeten om het regiem van een rivier te beheersen over het hele stroomgebied moeten gaan en niet alleen over de rivier zelf;
waarom het belangrijk is strategische zoetwatervoorracen aan te leggen;
op welke manier elk van de maatregelen van 'Ruimte voor de rivier' van invtoed kunnen zijn op de veiligheid in het rivierengebied;
waarom in het Deltaprogramma gekozen wordt voor adaptief watermanagement en welke middelen en instrumenten zij daarbij inzet;
dat bij (noord)westerstorm het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta het overstromingsrisico groot is;
het overstromingsgevaar koppelen aan de ruimtelijke inrichting van het binnen- en buitendijks gebied en met betrekking tot dat thema verschillende gebieden met elkaar vergelijken;
het rivierbeleid van de overheid vanuit verschillende dimensies (veiligheid, economie en natuur) analyseren;
relaties leggen tussen klimaatverandering en menselijk ingrijpen en het risico op overstromingen en wateroverlast;
de gevolgen van een ingreep uit het integrant waterbeleid voor gebieden op verschillende schaal (lokaal, regionaal en fluviaaI.) en vanuit verschillende dimensies (veiligheid, natuur en economie) beschrijven en verklaren;