Par. 4.5 Waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

Par. 4.5 Waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden.
Nederland  ligt voor een groot gedeelte onder NAP dit levert problemen op het gebied van wateroverlast door de klimaatverandering.
Door de verdergaande verstedelijking in Nederland, verstening,  komen  er steeds meer problemen op het gebied van waterbeheersing. Ook hier speelt de klimaatverandering een belangrijke rol.

Begrippen die horen bij deze paragraaf:
(de begrip­pen moet je vooral kunnen gebruiken om een vraagstuk op te lossen)

Hoofdvraag:
Welke specifieke waterproblemen kennen laaggelegen gebieden en steden?

Vragen die horen bij deze paragraaf:


 

Achtergrondinformatie:

Klimaatverandering  naar een klimaatbestendige stad:
De gevolgen van de klimaatverandering zullen we de komende jaren veel vaker merken. Het weer wordt steeds extremer, ook in Nederland. De zomers worden warmer en droger, de winters zachter en natter.
Volgens het KNMI stijgt de temperatuur in Nederland tot en met 2050, met 1 tot 2,3 graden. Wanneer de temperatuur stijgt, neemt de hoeveelheid waterdamp in de lucht toe. Meer waterdamp betekent meer regen.
 Het klimaat op aarde is al vaker veranderd, maar het belangrijkste verschil is dat de huidige klimaatverandering zich sneller ontwikkelt dan ooit. Deze ontwikkeling is inmiddels overduidelijk. De oorzaak van de huidige klimaatverandering is de grote hoeveelheid broeikasgassen. Broeikasgassen, waarvan de belangrijkste CO2 is, houden warmte vast in de atmosfeer. De aarde warmt op als gevolg.
De gevolgen van klimaatverandering brengen veel risico’s met zich mee. Zo zorgen de alsmaar stijgende temperaturen voor langdurige droge periodes, zwaardere stormen, zware regenval en extreme hittegolven. Daar komt bij dat de ijskappen langzaam smelten waardoor de zeespiegel stijgt.

Wat doet het met de stad?
Klimaatverandering heeft veel invloed op het stedelijk gebied. Dit merken we nu vooral door de extreme neerslag die de klimaatverandering met zich meebrengt. Veel ruimte voor water is verloren gegaan doordat steden steeds verder zijn uitgebreid.  Een heel groot deel van het stedelijk gebied is verhard met gebouwen, straten en pleinen. Regenwater zakt op zulke plaatsen niet in de bodem, zoals dat wel gebeurt in natuurlijke gebieden. In plaats daarvan komt het regenwater, vaak samen met het afvalwater, in het riool terecht.

Regen
Vaak werkt de huidige situatie erg goed. Wanneer het in korte tijd heel hard regent kan het echter tot problemen leiden. De kans is dan aanwezig dat de riolering al het water niet kan verwerken. Een speciale constructie in de riolering (riooloverstort) voorkomt dat het rioolwater (regenwater én afvalwater) zo weinig mogelijk op straat blijft staan. Maar omdat het water ergens heen moet, wordt het direct en ongezuiverd in sloten, singels of vijvers gestort. Met stank en vervuiling van het water tot gevolg. Dat willen we natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen.

Hitte en droogte
Door klimaatverandering, bodemdaling en verstedelijking wordt het beheer van water en riolering steeds complexer. De kans op wateroverlast neemt toe - als we niets doen. Droogte kan leiden tot een slechtere  waterkwaliteit, lage grondwaterstand en een tekort aan water met een goede kwaliteit. Maar ook hitte kan een probleem zijn. Door veel bebouwing, weinig groen en beperkte schaduw raakt een stad zijn warmte vaak slecht kwijt. Zulke gebieden noemen we hitte-eilanden: de temperatuur kan er ettelijke graden hoger zijn. Bewoners hebben eerder last van hittestress en kwetsbare groepen (zieken en ouderen) kunnen gezondheidsproblemen krijgen. Dit kan beter! Meer water en groen in de stad helpen bij het verminderen van de effecten van hitte. Bovendien maakt het de stad een stuk aantrekkelijker om in te wonen en werken.

 

Model Haarlemmermeerpolder