kopte de Volkskrant op 21 augustus 2002. Menselijke activiteit is de oorzaak van de hoogwaterproblemen van de laatste jaren in Nederland en andere Europese landen. De hoge waterstanden van Rijn en Maas in 1993 en 1995 kwamen weer vers in het geheugen tijdens de overstromingen van de Elbe in de zomer van 2002. Op de website van het KNMI (www.knmi.nl) werd zelfs een discussie gevoerd of de hevige regenval boven het stroomgebied van de Elbe ook boven Nederland en België had kunnen vallen en of wij dan ook zulke overstromingen hadden gehad.
Kwamen overstromingen langs de rivieren in vroeger eeuwen niet of minder voor?
Het bijgaande krantenartikel geeft hierop geen eenduidig antwoord. Je kunt wel een genuanceerder beeld van de gevaren krijgen met behulp van het artikel, de atlas en de website van het KNMI.
Keuze opdracht 1:
Lees het krantenartikel 'Deze overstroming is door mensen gemaakt' en bekijk de bijbehorende kaartjes.
De mens draagt bij aan overstromingsrampen door de loop van de rivieren te veranderen en de afvoer van regenwater te versnellen, zeggen experts en milieuactivisten. Al jaren strijden ze tegen de ombouw van de Elbe tot 'watersnelweg'.
Van onze correspondent
Philippe Remarque
De vroegere bedding van de Weißeritz, een zijriviertje van de Elbe in Dresden, kon beter worden gebruikt. Bijvoorbeeld voor de spoorbaan naar het centraal station. Het riviertje werd omgeleid. Maar toen de Weißeritz vorige week een kolkende rivier werd, trok hij zich niets van deze menselijke ingreep aan en hernam hij zijn oude loop, met verwoestende gevolgen.
'De rivier kan er niets aan doen. Hij kan zich niet zo breed maken als hij van nature doet bij grote hoeveelheden regenwater', zegt Ernst Paul Dörfler, Elbe-expert bij de Duitse milieu-organisatie BUND. 'Deze watersnood is door mensen gemaakt', vindt hij.
Overstromingen zijn niet te vermijden, maar de mens maakt het erger. In de eerste plaats door de grootscheepse bebouwing van de uiterwaarden. Bij de Elbe is 85 procent van de natuurlijke uitloop ingedamd. Maar volgens Dörfler biedt juist de rivier die nu zo'n schade aanricht een kans.
Rivieren als de Rijn en de Donau zijn vrijwel volledig ingedamd en op veel plaatsen van hun bochten ontdaan. Ze zijn met beton en dijken tot snelwegen voor de scheepvaart gemaakt. 'De Elbe is nog niet zo dicht bebouwd als andere rivieren. We moeten de uiterwaarden teruggeven aan de rivier. Daartoe moeten dijken naar achter worden verplaatst en de uiterwaarden opnieuw worden beplant, vinden de milieu-activisten.
Hun tweede eis is de stopzetting van bouwwerkzaamheden in de rivier. Om ook zwaardere schepen door de Elbe te laten varen legt de overheid stromingsbrekers aan. Deze leiden het water naar het midden van de rivier en maken zo de vaargeul dieper.
Het gevolg is dat de uiterwaarden bij laag water uitdrogen. Ook stroomt het water veel sneller de rivier uit. Dat verhoogt volgens de milieu-activisten het risico van een overstroming.
Minister van Verkeer Bodewig zei dinsdag echter dat de omstreden bouwwerkzaamheden in de Elbe, die 250 miljoen euro kosten, worden voortgezet. Volgens hem verloopt de bouw op ecologisch verantwoorde wijze: 'Wij reguleren de Elbe niet, we verpakken haar niet in beton, maar we bouwen met de stroom mee.'
Sterker nog, bevordering van de. scheepvaart is volgens Bodewig juist goed voor het milieu, omdat dit de CO2-uitstoot vermindert. 'De waterwegen in Duitsland moeten functioneren, anders gaat het vervoer dat daar nu plaats heeft automatisch via de weg.'
Dörfler noemt dit een 'sprookje' omdat in de praktijk de scheepvaart op de Elbe terugloopt. Volgens hem houdt een lobby van bouwbedrijven, ambtenaren en scheepvaartondernemers de dure 'verbouwing' van de rivieren gaande.
De kwestie blijft een moeizame afweging tussen economische en ecologische belangen. Andere experts zoeken daarom nog dichter bij de bron naar een oplossing: het regenwater zelf. 'Iedereen moet zich afvragen hoeveel regen er op zijn dak valt en waarheen dat gaat', zegt Friedhelm Sieker, hoogleraar waterbeheer aan de universiteit van Hannover. 'Honderden jaren lang proberen we het regenwater zo snel mogelijk af te voeren. Van dat principe moeten we af.' Uit onderzoek waarbij Sieker is betrokken blijkt dat de natuurlijke opslagcapaciteit van de grond veel beter kan worden gebruikt. Nu leiden steden en dorpen het regenwater via de riolering direct naar de dichtstbijzijnde rivier. Het kost niets extra om het water in plaats daarvan naar greppels en kuilen in de bebouwde omgeving te leiden.
Het water sijpelt daar langzaam de grond in of verdampt. Bij zware regenval komt het niet of veel langzamer in de rivieren, waardoor stroomafwaarts minder schade ontstaat. Ook de landbouw kan een aanzienlijke bijdrage leveren: als de grond minder heftig wordt omgeploegd en kleine plantsoorten op de akker blijven, nemen de velden water op dat nu in de rivieren stroomt. De boeren moeten dan wel op een andere manier leren omgaan met onkruid en ongedierte, maar dat is in de praktijk goed mogelijk, zegt professor Sieker.
Langzaam dringt dit soort ideeën ook door bij de autoriteiten. In Noordrijn-Westfalen verstrekt de rood-groene regering subsidie per verwijderde vierkante meter grondbedekking. Tevens krijgen rivieren hier en daar hun bochten terug, worden uiterwaarden beplant en overstromingsgebieden gecreëerd.
De ramp in Oost-Duitsland geeft de milieu-activisten in het hele land de wind in de rug. Zelfs conservatieve kranten hebben de uiterwaarden ontdekt. 'De mensen realiseren zich nu hoe hoog de kosten zijn van uitblijvende voor- zorgsmaatregelen', zei Reinhard Loske, milieu-expert van de Groenen. 'Veel van wat wij zeggen is plotseling geaccepteerd.'
Bron: Volkskrant, 21 augustus 2002
Auteur : Hans de Jong, Instituut voor Leraar en School
Opdrachten
Minister van Verkeer Bodewig ontkent de problemen en meent dat op ecologisch verantwoorde wijze wordt gebouwd.
Sieker beweert dat het rivierwater juist niet zo snel mogelijk moet worden afgevoerd.
De meeste rivieren in het gematigde klimaat van Noordwest-Europa meanderen: ze hebben een hoofdgeul met veel bochten, die na verloop van tijd door de rivier zelf worden afgesneden. Hun beddingen worden daardoor op natuurlijke wijze regelmatig verlegd. In droge en arctische gebieden zijn de rivieren vlechtend: er zijn veel verschillende geulen die herhaaldelijk dichtslibben. In zulke rivieren is de waterafvoer ineens zeer groot door hevige regenbuien (in droge gebieden) of door smeltwater (in arctische gebieden).
Enkele rivieren in Noordwest Europa zijn voor een deel vlechtend, bijvoorbeeld waar ze de Alpen verlaten.
Zoals je op het linkerkaartje ziet, was de Rijn in 1828 in de Bovenrijnse Laagvlakte vlechtend.
De Rijn had eeuwen terug bij Lobith en Zevenaar ook een enigszins vlechtend karakter.
De Maas tussen Cuijk en Den Bosch meanderde sterk.
De uiterwaarden van de Waal zijn volgens de kaart tamelijk breed.