4.3 VAARKLAAR MAKEN
De buitenboordmotor moet op de juiste
wijze aan de bijboot gehangen worden.
Dat betekent dat je de knevels, waarmee 
de buitenboordmotor op het plankje
vastgezet wordt, stevig aandraait en het
borgtouwtje vastzet.
Let er ook op dat de
borging van het staartstuk in orde is,
anders kan het staartstuk bij het achteruit draaien omhoog komen.
Controleer verder de hoeveelheid benzine in het tankje op de motor of in de bijzettank. Zorg ook voor een goede aansluiting van de bijzettank als je hem gebruikt.
De toevoerslang moet zonder kinken in de boot liggen, anders zou er wel eens te weinig brandstof naar de motor kunnen stromen.
Bij het vaarklaar maken hoort ook het aan boord brengen van de verplichte uitrusting.
Een set roeiriemen en een hoosvat gaat altijd mee! Je kunt motorpech krijgen, en dan ..... ?