Zijwaarts aanleggen

b. Zijwaarts aanleggen

Bij het zijwaarts aanleggen wordt de bijboot met stuurboord- of bakboordzijde aangelegd.
Welke zijde je kiest hangt af van de omstandigheden; voor de manoeuvre op zich maakt het geen verschil.
Je moet in ieder geval (indien mogelijk) tegen de stroom- of tegen de windrichting in aanleggen.

Om de manoeuvre goed te kunnen uitvoeren is het van belang dat je de aanlegplaats met geringe snelheid onder een schuine hoek van ongeveer 45° nadert.
Als je de aanlegplaats dicht genoeg genaderd bent leg je de riem aan de aanlegzijde binnenboord en stuur je de boot met de andere riem naar de aanlegplaats.

Dit sturen doe je door een slag te maken of door strijken van de riem. Strijk je de riem dan zal de boeg van de aanlegplaats af gaan. Door een slag van de riem kan je de boot meer naar de aanlegplaats toe sturen.
Het sturen zal meer door strijken dan door een slag gebeuren. Je moet immers zorgen dat de boot op tijd stilligt.

Ligt de boot stil, dan ook de andere riem binnenboord leggen en het meertouw vastmaken.
Het is belangrijk dat je eerst de riem binnenboord legt, omdat bij het vastmaken van het meertouw de boot gaat slingeren en de riem daardoor uit de dol kan gaan en weg drijft.

                                      
                                                                                          

                                            Zijwaarts aanleggen over stuurboord

Over BB aanleggen gaat precie zo maar dan uiteraard andersom.