1.4 VEILIGHEID
a. Persoonlijke veiligheid
Niet alleen de boot, maar ook jijzelf moet "vaarklaar" zijn. Je gaat immers het water op. Je moet steeds bedacht zijn op de risico's die daarbij horen. Denk dan vooral aan het risico van te water raken.
Voordat je in de boot stapt neem je de volgende veiligheidsmaatregelen:
- draag de juiste kleding;
(o.a. nauwsluitend)
- draag stevige, antislip schoenen;(geen laarzen of leren zolen)
- draag een opblaasbaar reddingsvest
(aandoen op de juiste manier !)

b. Veiligheid tijdens het varen
Tijdens het varen gelden de volgende veiligheidsregels:
- bij roeien: zitten op de doft;
- bij wrikken: stevig staan op het vlonder.
Als je niet zelf roeit of aan het wrikken bent zit je op de doft. Jij bent dan de "uitkijk".
Degene die roeit of wrikt zit of staat achterstevoren in de boot en heeft zo geen direct uitzicht naar voren.
Veilig varen is dus een samenwerking tussen roeier en uitkijk.
Vaar je alleen dan is het noodzakelijk steeds goed rondom je heen en vooral achterom (naar voren, dus!) te kijken zodat je niet onverwacht in een gevaarlijke situatie terecht komt.