Techniek van het wrikken.

3.2 TECHNIEK VAN HET WRIKKEN

Voor het wrikken gebruik je een speciale riem, een zogenoemde
"wrikriem".
Een wrikriem is een stuk zwaarder dan een gewone roeiriem.
Het is een ronde riem met een handgreep aan het boveneinde. De ronde vorm is nodig om de wrikbeweging goed te kunnen maken.



De beweging die het blad van de riem bij het wrikken door het water moet maken is achtvormig; zeg maar in vorm van het cijfer 8, maar dan horizontaal.

Het is erg moeilijk deze beweging juist te beschrijven.
Je moet door zien, maar vooral door veel doen de juiste slag te pakken krijgen.
De eerste pogingen om de slag van het wrikken te leren kun je het best doen in een stilliggende (gemeerde) boot.
Als je de slag goed doet voel je dat aan de riem; de boot wil vooruit en de riem blijft in het wrikgat. Niet te snel de moed laten zakken als het niet direct lukt, iedereen kan het leren!

De onderstaande afbeeldingen en beschrijvingen kunnen je bij het oefenen misschien een beetje helpen.

Zó begin je: (startpositie)

Zet je benen flink uit elkaar,
je knieën tegen het randjevan het achterdek.
Blad van de riem horizontaal.
Je handen heb je op borsthoogte.
Je handen mag je nu niet meer verplaatsen.
De draaiende beweging (in een 8-vorm) maak je vanuit je polsen en je bovenlichaam.
Verplaats je je handen, dan krijg je:
-    blaren, én
-    een slechte slag, waarmee je niet op koers kunt blijven en waarmee je geen kracht kunt zetten.

 

 

 

Hier zie je de wrikbeweging in een tekening uitgebeeld.

 

Je startpositie is bij punt a.

Beweeg nu je handen en je bovenlichaam naar rechts (punt b).

Op de tekening hierboven kun je goed zien hoe je je polsen moet draaien.
Op de tekening hieronder zie je hoe de stand van je lichaam én de riem moet zijn.

Het blad van de riem is nu verticaal in het water.
Wanneer je nu van punt b naar punt a gaat, blijft je blad bijna verticaal!

En dan moet je kracht zetten. Trekken ........ niet alleen met je armen, maar maak
gebruik van je lichaamsgewicht!

Hetzelfde geldt voor het gedeelte tussen punt c en punt a. Weer trekken! Hoe meer kracht je zet,
hoe harder je gaat!

                                  En nu maar oefenen.     Succes!