Verwerkingsopdrachten H3

Opdracht 1 stofeigenschap of niet
Leg bij de volgende waarnemingen uit of het gaat om een stofeigenschap.

  1. De stof is oplosbaar in wasbenzine.
  2. De stof is vierkant.
  3. De stof is brandbaar.
  4. De stof heeft een massa van 6,5 gram.


Opdracht 2 geschikt stofeigenschap
Kleur is een stofeigenschap, maar als je weet dat een stof wit is, dan helpt dat niet veel om deze stof te herkennen. Er zijn namelijk heel veel stoffen die wit zijn.
Welke van de volgende stofeigenschappen zijn geschikt om een stof te helpen herkennen?Neem onderstaande tabel over en vul in.


Opdracht 3 toestandsaanduidingen
In één van de paragrafen heb je iets geleerd over de afkortingen van toestandsaanduidingen. Wat betekent dan onderstaande stof in combinatie met de toestandsaanduiding?

  1. Water (s)
  2. Ammoniak (aq)


Opdracht 4 dichtheid
Een Nederlandse student, Boyan Slat, bedacht in 2012 een manier om het plastic afval in de oceanen op te ruimen. Hij ontwierp een installatie van lange drijvende armen die in de vorm van een V op strategische plekken in zee worden geplaatst. Plastic wordt opgevangen, opgeslagen en later opgehaald door een tanker, waarna het aan land kan worden gerecycled.
Alleen het plastic dat op het zeewater drijft kan worden opgevangen. De dichtheid van zeewater is 1,02 g/cm3.

Leg uit welke plasticsoorten uit onderstaande tabel de installatie vooral op zal vangen.


Opdracht 5 temperatuurschalen
In onderstaande tabel staan enkele stoffen met hun smeltpunt en kookpunt.

  1. Reken alle temperaturen in de tabel om naar Kelvin.
  2. Ga na wat de fase van elke stof is bij kamertemperatuur (21°C).

    De TOA zet de vier stoffen in een koelkast waarin het 7°C is.
  3. Bij welke stof zal een fase-overgang optreden? Hoe heet deze fase-overgang?
  4. Leg op microniveau uit wat er gebeurt tijdens deze fase-overgang.