Waarneming en conclusie

Als je practica gaat uitvoeren is het belangrijk dat je verschil maakt tussen een waarneming en een conclusie.
Een waarneming doe je met je zintuigen en om een conclusie te trekken moet je nadenken over de waarneming die je gedaan hebt. Dat klinkt heel makkelijk, maar soms ligt iets zo voor de hand dat je een conclusie al bij de waarnemingen opschrijft.

Bijvoorbeeld:
Een leerling schudt een flesje cola en draait hem daarna open. Bij de waarnemingen schrijft hij: 'Er komt koolstofdioxide vrij'. De juiste waarneming moet echter zijn: 'Er komen gasbelletjes vrij of de vloeistof gaat bruisen'. Je kunt namelijk niet zien dat er koolstofdioxide vrij komt, hier moet je eerst (soms heel kort) over nadenken.


Hoe schrijf je waarnemingen op de juiste wijze op?
Als je een stof kort en duidelijk wilt omschrijven, schrijf je in ieder geval de kleur en de fase op.
De stof suiker beschrijf je als 'witte vaste stof'.

Een glas melk en een glas water.

Bij vloeistoffen geef je ook weer of de vloeistof helder of troebel is. Een vloeistof is helder als je er doorheen kunt kijken en geen (vaste) stofdeeltjes ziet in de vloeistof. Een gekleurde vloeistof kan ook helder zijn. Denk maar aan een glas ranja.
Verwar het begrip helder niet met doorzichtig. Bij vloeistoffen gebruik je de term helder en bij gassen gebruik je doorzichtig.
Als een vloeistof geen kleur heeft, dan heet dit kleurloos (en niet 'wit').

Een paar voorbeelden:
Melk omschrijf je als een 'troebele, witte vloeistof'.
Water wordt omschreven als een 'heldere kleurloze vloeistof'.
Zuurstof wordt dan een 'doorzichtig kleurloos gas'.


Een paar oefeningen

Waarnemingen doe je met je zintuigen. Om een conclusie te trekken moet je nadenken over de waarnemingen die je gedaan hebt.
Geef bij onderstaande zinnen steeds aan of het cursieve stukje tekst een waarneming of een conclusie is.

Prakticum Waarnemen

Proef 1: Waarnemen en conclusie trekken
Onderzoeksvraag:
Welke stof zit er in de reageerbuis?

Probeer met behulp van waarnemingen de stof zo kort en bondig te omschrijven en geef een conclusie. Gebruik een tabel.
Je krijgt als groep 10 minuten de tijd om zoveel mogelijk goede omschrijvingen en conclusies op te schrijven. Bedenk hoe je zo efficiƫnt mogelijk met je tijd om kan gaan!

Veiligheid:
Je mag de stoffen NIET proeven of uit de buis halen.
Je mag wel ruiken (voorzichtig!!!)