Soorten mengsels

In een mengsel zitten twee of meerdere stoffen. Een mengsel bestaat dan ook uit verschillende soorten moleculen.
Er bestaan meerdere soorten mengsels. Onderstaande mengsels moet je kennen.

Oplossingen
Mengsels van twee vloeistoffen die samen goed mengen en mengsels van een vaste stof en een vloeistof waarbij de vaste stof niet meer zichtbaar is in de vloeistof noem je een oplossing. Een oplossing is altijd helder (doorzichtig), maar hoeft niet kleurloos te zijn.
Wanneer er zo veel vaste stof in een vloeistof is opgelost, dat er niet meer kan oplossen, dan noem je deze oplossing een verzadigde oplossing. Wanneer de maximale hoeveelheid vaste stof nog niet is opgelost, spreek je van een onverzadigde oplossing.

Suspensies
Mengsels van een vaste stof en een vloeistof waarbij de vaste stof niet is opgelost in de vloeistof noem je een suspensie. Een suspensie is altijd troebel, er zijn rondzwevende vaste stof deeltjes zichtbaar (na schudden). Suspensies ontmengen na enige tijd. De stof met de grootste dichtheid (meestal de vaste stof) komt op de bodem te liggen.

Emulsies
Mengsels van vloeistoffen die niet met elkaar mengen, noem je een emulsie.
Een emulsie is altijd troebel en er zijn rondzwevende vloeistofdruppeltjes zichtbaar (na schudden). Emulsies ontmengen na enige tijd. Er ontstaan dan twee vloeistoflagen, waarin de vloeistof met de kleinste dichtheid drijft op de andere.
Er ontstaat wél een stabiele emulsie wanneer je aan het mengsel een 'hulpstof' (een stabilisator) toevoegt. Voor een emulsie heet de stabilisator een emulgator. Een emulgator is een stof die in beide vloeistoffen oplost en die er voor zorgt dat de rondzwevende vloeistofdruppeltjes niet de kans krijgen samen te vloeien tot een complete vloeistoflaag.

Schuim
Schuim is een mengsel van een vaste stof of een vloeistof met daarin kleine gasbelletjes. Slagroom, of een schuimkraag op een biertje zijn voorbeelden van schuim waarbij gasbelletjes zijn ingesloten in een vloeistof. Piepschuim is een voorbeeld van gasbelletjes die in een vaste stof zijn ingesloten.

Nevel
Nevel is een mengsel van fijn verdeelde vloeistofdruppeltjes in een gas. Mist is een zeer bekend voorbeeld van nevel, maar ook haarlak dat op het haar wordt gespoten is een voorbeeld van nevel.

Rook
Rook is een mengsel van vaste stofdeeltjes in een gas. Roetdeeltjes in de lucht na het uitblazen van een kaars of het roken van een sigaret is een voorbeeld van rook.


 

Olie drijft op water.

Practicum oplosbaarheid

Proef 3: Oplosbaarheid van jood en oplosbaarheid van olie
Onderzoeksvraag:
In welk oplosmiddel lossen jood en olie het beste op: water, alcohol of wasbenzine?

Je gaat twee practica uitvoeren waarbij je de oplosbaarheid van jood en de oplosbaarheid van olie in verschillende oplosmiddelen onderzoekt.

Van deze twee practica schrijf je een verslag. Je mag hiervoor het half ingevulde verslag gebruiken dat je hieronder kunt vinden. Daarin vind je ook de werkwijze.

Denk eraan dat je je vooraf goed voorbereid!!!
Dit doe je door het eerste deel van het verslag door te lezen (t/m de waarnemingen) en de hypothese in te vullen!
Bestudeer vooral goed de werkwijze.

Practicum oplosbaarheid


Hulplijnen

Als je het fijn vindt om de theorie ook nog eens op een andere manier door te nemen, kun je onderstaande video bekijken. Daarin worden alle verschillende soorten mengsels nog eens doorgenomen en worden de begrippen:  oplossing, verzadigd, onverzadigd, oplosbaarheid en suspensie toegelicht.


Bron: www.youtube.nl kanaal scheikundelessen