Bij dit onderdeel ga je aan de slag met de modale werkwoorden, die je dit schooljaar al een keer hebt gehad.
dürfen = mogen (toestemming
mögen = mogen (iemand aardig vinden, iets lekker vinden)
wollen = willen
können = kunnen
müssen = moeten (het kan niet anders)
sollen = moeten (twijfel)
wissen = weten
Maak de onderstaande opdrachten en zorg dat je een score van 75% behaald. Bij de laatste opdracht zitten ze allemaal door elkaar.