Waterkringloop

Water is steeds 'op reis'. Die reis noem je de waterkringloop.

Dit gaat altijd op ongeveer dezelfde manier:

1: Zeewater verdampt. Hoe warmer het water en de lucht erboven, hoe meer water er verdampt.

2: De waterdamp stijgt op.

3: Als de waterdamp hoger in de lucht (atmosfeer) komt, koelt deze af. Doordat de waterdamp afkoelt, vindt er condensatie plaats.

4: Door condensatie vormen zich kleine waterdruppels. Alle waterdruppels vormen samen een wolk.

5: De wind blaast de wolk met alle waterdruppels het land in.

6: De waterdruppels botsen tijdens deze reis steeds meer tegen elkaar, waardoor ze groter worden. Daarnaast koelt de lucht nu ook nog verder af.

7: Het gaat regenen als de druppels te groot worden.

8: De neerslag valt op het land en in de rivieren.

9: Via de rivieren (en grondwater) stroomt het water weer terug naar zee.