Stappenplan onderzoek

5 Stappenplan onderzoek

Een onderzoek voor mens en maatschappij doe je volgens een aantal vaste stappen.

Stap 1 Wat ga je doen?

Als je onderzoek doet, kies je eerst een onderwerp. Daarna bedenk je een hoofdvraag voor je onderzoek: wat wil je weten? Vaak kun je de hoofdvraag makkelijker beantwoorden als je hem opdeelt in een paar deelvragen.

Stap 2 Hoe ga je het doen?

Een onderzoek duurt meestal langer dan een lesuur. Maak daarom een overzicht van de taken en plan die zorgvuldig. Stel jezelf drie vragen als je een planning maakt:

Stap 3 Doen!

Voer je onderzoek uit. Doe deze drie dingen:

  1. Verzamel informatie.

  2. Verwerk de informatie.

  3. Geef antwoord op de deelvragen en de hoofdvraag.

    1. Informatie verzamelen

      Om antwoord te geven op je onderzoeksvraag, heb je informatie nodig. Die haal je uit bronnen. Er zijn:

      • bronnen die je in de klas bij de hand hebt: Mundo, een atlas.

      • bronnen die je opzoekt: kranten, tijdschriften, folders, kaarten, informatie op internet.

      • enquête (zie vaardigheid enquête)

      • interview (zie vaardigheid interview)

      • eigen waarneming: gebouwen, beelden, schilderijen, het landschap
        Let er op of je bronnen bruikbaar en betrouwbaar zijn. (Zie vaardigheid Bronnen gebruiken, teksten)

    2. Informatie verwerken

      Orden de informatie uit de bronnen. Maak een indeling. Bijvoorbeeld:

      • Zet de informatie die over dezelfde deelvraag gaat bij elkaar.

      • Zet informatie die gaat over oorzaken bij elkaar en alle informatie over gevolgen ook.

      • Zet informatie over hetzelfde gebied of tijdvak bij elkaar.

        Zet informatie over voordelen bij elkaar en informatie over nadelen ook.

    3. Vragen beantwoorden

      Zoek een antwoord op alle deelvragen. Schrijf de antwoorden op. Maak er goede zinnen van, laat de vraag daarin terugkomen. Lees de antwoorden rustig door. Beantwoord daarna de hoofdvraag.

Stap 4 Laten zien

In een presentatie kun je andere mensen laten zien wat jij hebt onderzocht. Je kunt kiezen voor allerlei presentatievormen, bijvoorbeeld een verslag, een poster, een powerpointpresentatie, een toneelstukje of een website. Bedenk een vorm die past bij de mensen aan wie je de presentatie laat zien en de situatie waarin dat moet gebeuren.

Laat de volgende zaken zien:

Stap 5 Terugblik

Bij deze stap kijk je terug op wat je hebt gedaan in het onderzoek. De volgende vragen kun je jezelf stellen: