Ruimte, Ruimtesuggestie en Standpunten
We zien hier een straattekening. Deze tekening is plat, heeft geen diepte. Toch lijkt het of er in ruimte in zit. Onze hersenen worden voor de gek gehouden, dit noem je optisch bedrog, oftewel gezichtsbedrog.
Een tekening, foto, beeldscherm of schilderij (dit noem je het beeldvlak) is 2 dimensionaal (het heeft een hoogte en een breedte). Het beeldvlak is de ruimte voor een kunstenaar, jij dus! In dit platte vlak kun je ruimte suggereren - het lijkt dus of er ruimte in je tekening of schilderij is. Dit lijkt alleen maar zo, echte ruimte kun je niet krijgen in een plat vlak, de voorstelling blijft plat.
Ruimte
De ruimte in een schilderij wordt beperkt door de randen of het kader van het beeldvlak. Die ruimte binnen het kader is het domein van de schilder. De schilder vertaalt dus een driedimensionale werkelijkheid naar een tweedimensionale schijnbare ruimtelijkheid. Er zijn trucjes om ruimtelijkheid te suggereren in een plat vlak zoals overlapping, afsnijding, doorkijkjes, lijnperspectief, enz.
Tekening = twee dimensionaal / 2D
Beeldhouwwerk = drie dimensionaal / 3D

Ruimtesuggestie
Ruimtesuggestie = trucjes of manieren om diepte in een tekening (plat vlak) te suggereren, het lijkt ruimtelijk maar blijft plat.
Dit kan door:
1. Overlapping
2. Afsnijding
3. Groot voor – klein achter
4. Atmosferisch perspectief
5. Kleurperspectief
6. Lijnperspectief
1. Overlapping: Een object staat voor een ander object. Je weet daardoor dat het object dat overlapt wordt in de achtergrond staat.
2. Afsnijding: de rand van het papier snijdt de vorm gedeeltelijk af, waardoor de totale vorm niet helemaal te zien is. Je wordt dichter bij het beeld betrokken.
3. Groot voor Klein achter: Grote voorwerpen lijken op de voorgrond te staan en kleine voorwerpen lijken in de achtergrond te staan. Vaak zijn de voorwerpen in de voorgrond scherper weergegeven en staan ze laag in de afbeelding. De kleine voorwerpen in de achtergrond zijn vaak wat vager weergegeven en staan hoger in de afbeelding.
4. Atmosferisch perspectief: De kleuren, vormen en texturen worden naar de achtergrond toe vager. In sommige werken worden ze ook blauwer/groener van kleur.
5. Kleurperspectief : Warme kleuren komen naar voren, koude kleuren gaan richting de horizon. Maar ook donkere kleuren komen naar voren, lichte kleuren gaan richting de horizon.
6. Lijnperspectief: Op een meetkundige manier ruimte suggereren. Volgens een wiskundige methode die met behulp van lijnen naar één of meer verdwijnpunten op de horizon lopen.
Met behulp van een horizon en verdwijnpunt(en) kunnen er hulplijnen getrokken worden. Deze hulplijnen noem je vluchtlijnen.
Er wordt het meeste gebruik gemaakt van 1-puntsperspectief (1 verdwijnpunt) en 2-puntsperspectief (2 verdwijnpunten). Wat in werkelijkheid verticaal is, blijft in de tekening ook verticaal.

Standpunten
De plaats waar je staat noem je de standplaats. Deze plaats bepaalt hoe je ruimte en vormen in de ruimte ziet. Omdat je in de ruimte beweegt kun je een object van verschillende kanten bekijken. Elk standpunt levert een ander beeld op.
We gebruiken drie standpunten:
- bovenaanzicht/vogelperspectief
- zijaanzicht/ normaal/ menselijk standpunt
- onderaanzicht/ kikvorsperspectief
Standpunt- de plaats van waaruit iets in beeld is gebracht.
Hoog standpunt = vogelvluchtperspectief. Je kijkt dus naar beneden.
- voorwerpen zijn klein getekend.
- overzichtelijk
- weinig luchtoppervlak.
Menselijk standpunt = neutraal/ normaal perspectief. Je ogen bevinden zich altijd op de hoogte van de horizon. Klim op een trap en de horizon gaat mee omhoog. De horizon geeft het verschil aan tussen de aarde (land of water) en de lucht.
Laag standpunt = kikvorsperspectief. Je kijkt dus omhoog. Dat is ook de reden dat bv. belangrijke mensen op een voetstuk staan, dit maakt deze mensen groot en dat maakt indruk.
- voorwerpen zijn groot getekend
- onoverzichtelijk.
- veel luchtoppervlak.
Vogelvluchtperspectief: Als de horizon hoog in de afbeelding ligt en je zo op het tafereel neerkijkt, dan spreekt men van vogelvluchtperspectief. Het lijkt alsof je waarneemt vanuit het standpunt van een vogel in de lucht. De horizon ligt hoog.

Normaal standpunt: je ogen bevinden zich altijd op de hoogte van de horizon, de grens tussen de aardbol en lucht. Zak je door je knieën dan zakt ook de horizon. Als kijker wordt je aandacht daarom ook naar de horizon getrokken. Door dit menselijke standpunt wordt je ook meer bij de voorstelling betrokken.

Kikvorsperspectief: Hierbij ligt de horizon laag in de afbeelding en kijk je tegen het tafereel op. Je lijkt waar te nemen uit het standpunt van een kikker op de grond. De horizon ligt laag.