De verleden tijd (VT) kun je op een paar manieren vormen; sowieso komt er heel vaak -te/-de (enkelvoud) of -ten/-den (meervoud) te staan. Als het echter een sterk of onregelmatig werkwoord is, verandert de klank en/of vorm helemaal. Maar dat komt later... Eerst maar eens 't sexy fokschaap bekijken!
We beginnen met de ik-vorm van het hele werkwoord, NIET de stam; dat is namelijk het hele werkwoord -en, en soms levert dat 'gekke' vormen op. Kijk maar eens naar zetten (zett), leggen (legg) en beminnen (beminn). Neem het werkwoord zetten: de ik-vorm is 'zet'. Wat is de laatste letter? Precies, de t; die komt voor in het sexy fokschaap, dat betekent dat je in de verleden tijd -te krijgt voor het enkelvoud (ik zette). Voor het meervoud (wij, jullie, zij) krijg je dan -ten.
- Hele werkwoord: maken
- Ik-vorm (tegenwoordige tijd): ik maak (eindigt op een -k: deze letter staat in 't sexy fokschaap)
- Ik-vorm (verleden tijd): ik maakte -> meervoud: wij maakten
- Hele werkwoord: missen
- Ik-vorm (tegenwoordige tijd): ik mis (eindigt op een -s: deze letter staat in 't sexy fokschaap)
- Ik-vorm (verleden tijd): ik miste -> meervoud: wij misten
Het voltooid deelwoord (VD) vorm je over het algemeen heel eenvoudig met sexyfokschaap-werkwoorden, het lijkt een beetje op deze formule: je begint met ge-, daarna komt de ik-vorm en ten slotte schrijf je -t: ge-maak-t, ge-mis-t enzovoort. Het bijvoeglijk naamwoord (BN) lijkt daar veel op: de gemaakte fiets, het gemiste feestje. Wel opletten: het bijvoeglijk naamwoord is vaak zo kort en eenvoudig mogelijk (de vergrote foto), terwijl de persoonsvorm verleden tijd een 'verlenging' is van die van de tegenwoordige tijd (de man vergrootte de foto).