Deze les ga je aan de slag met de lidwoorden in het Duits. Oftewel de der/die/das.
Aufgabe 1: Duik nog eens in de vorige Wikiwijs en maak voor jezelf een lijstje, waarin de lidwoorden in het Duits worden uitgelegd.
Aufgabe 2: Maak onderstaande opdracht met behulp van de uitleg die je hebt gevonden. Zorg dat je een score behaald van 80%. Sla je bewijs op. Vraag desnoods aan de Expert hoe je dit moet doen.
Nu gaan we de Ein-Gruppe nog een keertje herhalen. Deze is eigenlijk erg simpel en lijkt ontzettend veel op de der/die/das.
Aufgabe 3: Maak voor je spiekbriefje een rijtje, waarin je de verschillende vormen van de Ein-Gruppe plaatst.
Aufgabe 4: Maak onderstaande opdracht en zorg dat je een score van 80% haalt. Let op dat sommige woorden in de meervoudsvorm kunnen staan. Sla je bewijs weer op.
Als laatste onderdeel van deze stap gaan we aan de slag met de herhaling van de Possessivpronomen. Oftewel de bezittelijk voornaamwoorden.
Aufgabe 1: Zoek nog eens goed in de voorgaande wikiwijzen naar de info en uitleg van de Possessivpronomen. Let goed op hoe je ze schrijft bij mannelijk/onzijdig en bij vrouwelijk/meervoud, want daar zit een verschil tussen. Schrijf uiteindelijk het rijtje zo duidelijk mogelijk op je spiekbriefje erbij.
Aufgabe 2: Maak onderstaande opdracht en zorg dat je een score van 80% weet te behalen. Sla het bewijs uiteindelijk weer op.