Les 6: Werkveld

Periode 1, les 6

Kwaliteitsreflectie & Vitaal burgerschap

De eerste periode van de opleiding zit er inmiddels bijna op. Je hebt je ingeschreven met bepaalde verwachtingen, maar zijn deze ook uitgekomen? Welk beeld heb jij bij het beroep dat je later gaat uitoefenen? Voordat je dit beroep kunt uitoefenen, zul je eerst de opleiding af moeten maken. Welke doelen stel jij jezelf om dit te bereiken? Dit is waar je deze les mee bezig gaat, veel succes!

Leerdoelen

 

 

 

Aan het einde van deze les:

- Heb je nagedacht over welk beeld jij hebt van het beroep

- Heb je gereflecteerd op dit beeld

- Heb je doelen opgesteld om deze opleiding te behalen

Opdracht

 

 

 

 

Opdracht 1

Je hebt je ingeschreven voor deze opleiding. Hier had je vast bepaalde redenen en verwachtingen van. Beantwoord de volgende vragen:

- Waarom heb jij je ingeschreven voor deze opleiding?

- Hoe wist je dat deze opleiding bestond?

- Met wie heb je het besproken dat je deze opleiding wilde gaan doen en wat was hun reactie?

- Wat heb je gedaan om je voor te bereiden op deze opleiding?

- Wat verwachtte je vooraf  van de opleiding?

- Zijn deze verwachtingen uitgekomen? Wat wel/wat niet?

- Wat was er anders dan je had verwacht?

Als je klaar bent bespreek je je antwoorden met je klasgenoten en daarna klassikaal.

 

Opdracht 2

 

Teken jezelf op een A3-formaat in het toekomstig werk wat jij gaat doen met daarin verschillende vragen:


Om dit beroep te mogen uitoefenen moet je eerst je diploma halen. Maar hoe ga je dit doen?

Theorie

 

 

 

 

Smart-doelen

Wat is de smart-methode?

De SMART-methode zorgt ervoor dat je doelen échte doelen worden. Dit komt doordat je je doel Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden maakt. Als je doel alle 5 die punten aanvinkt, maak je het jezelf makkelijker om leerdoelen te behalen. Wie wil dat nou niet?

 

Wanneer gebruik je smart-doelen?

SMART-doelstellingen gebruik je wanneer je maar wilt: bij goede voornemens of bij wensen voor thuis en/of persoonlijke veranderingen. Ook gebruik je de SMART-methode op werk bij je loopbaanbegeleiding.

Je maakt doelen SMART in 5 simpele stappen:

  1. Specifiek zijn
  2. Meetbaar maken
  3. Acceptabel voor jezelf en anderen
  4. Realistisch uitvoeren
  5. Tijdgebonden maken

1. Specifiek zijn

De eerste stap bij het stellen van een SMART-doel is door het specifiek te maken. Dat doe je door de 5 W-vragen te beantwoorden:

voorbeelden van specifieke doelen

2. Meetbaar maken

Dan gaan we door naar de meetbaarheid. Aan de hand van welke cijfers of voorwaarden weet je dat je je doel hebt behaald? Dit kan groei voor je bedrijf zijn, extra werkdagen die je gaat werken of een bepaalde eis die je stelt. Hoe je dat precies doet? Dat doe je door deze 3 vragen te beantwoorden:

  1. hoeveel moet er gedaan worden?
  2. hoe meet je dat?
  3. wat is het eindresultaat?

voorbeelden van meetbare doelen

3. Acceptabel voor jezelf en anderen.

Een acceptabel doel houdt in dat het doel logisch is ontstaan uit je werkzaamheden en waar jezelf én je docenten helemaal achter staan. Het moet niet zomaar uit de lucht komen vallen, zeg maar. Je moet iets hebben aan je doel! Ook hierbij zijn er weer een paar vragen die ervoor zorgen dat je doel acceptabel wordt:

voorbeelden van acceptabele doelen

4. Realistisch uitvoeren

Een realistisch doel: dat klinkt vrij logisch, maar wordt vaak over het hoofd gezien. Met een haalbaar doel motiveer je niet alleen jezelf, maar ook alle andere mensen die erbij betrokken zijn. En als je doel te moeilijk of te makkelijk is, dan raak je snel je motivatie kwijt. Dat moeten we niet hebben! Om je doel haalbaar te maken, stel je jezelf de volgende vragen:

  1. zijn de stappen die je moet zetten richting je doel haalbaar?
  2. heb je genoeg kennis en middelen in huis om je doel te halen?
  3. is het doel niet te makkelijk of moeilijk?

voorbeelden van realistische doelen

5. Tijdgebonden maken

Om er zeker van te zijn dat je je doel hebt behaald, zijn een startdatum en einddatum ideaal. Hierdoor weet je precies waar je aan toe bent en houdt de deadline je gemotiveerd. SMART-doelen zijn daarom ook vaak op de korte termijn.

Heb je een doel voor de lange termijn? Probeer deze dan op te splitsen in kleinere, kortere doelen. Maak je doelstelling tijdgebonden door de volgende vragen mee te nemen:

voorbeelden van tijdgebonden doelen

Opdracht

 

 

 

 

Opdracht 3

Je hebt net de theorie gelezen over hoe je SMART doelen kunt maken. Ga nu voor jezelf nadenken welke doelen jij hebt voor periode 2 van de opleiding. Bedenk er minstens 3. Deze maak je in een Word document en upload je naar je Padlet.