Les 5: Consumeren

Periode 4, les 5

Loopbaansturing & Economisch burgerschap

We leven in een wereld vol spullen. Je kunt de computer niet aanzetten of er je ziet advertenties waarin producten aangeboden worden. Hoe snel ben jij te verleiden? Maak jij je druk om hoe de produceten gemaakt worden? Hoe belangrijk vind jij de prijs? Daar ga je deze les over nadenken.

Veel plezier!

Leerdoelen

 

 

 

 

Aan het einde van deze les:

- kun je uitleggen wat consumeren is.

- heb je inzicht in hoe jouw eigen consumentengedrag is.

- kun je vertellen wat jouw ethiek is rondom consumeren.

Theorie

 

 

 

 

Vraag en aanbod.

De economie van een land bestaat uit alle dingen die te doen hebben met geld. Zoals banen, banken en winkels. Het omvat veel verschillende dingen, maar wat ze allemaal in het gemeen hebben is dat het werkt volgens de wet van vraag en aanbod. Deze wet houdt in dat de prijzen voor alles dat je kan kopen, bepaald worden door twee dingen: de vraag en het aanbod.

Met de vraag worden geen letterlijke vragen bedoeld. De vraag is hoeveel mensen iets willen hebben en hoe graag ze het willen hebben. Als jij een nieuw paar schoenen nodig hebt, dan heb jij vraag naar schoenen. Als heel veel mensen op hetzelfde moment nieuwe schoenen nodig hebben is er een grote vraag naar schoenen.

Het aanbod is hoeveel er van iets is. Als iemand 30 paar schoenen heeft en die graag wil verkopen, dan is er een aanbod van 30 schoenen. Als er veel vraag is maar weinig aanbod, is er niet genoeg voer iedereen. Wanneer er meer aanbod is dan vraag, dan blijven er dingen over.
 

Prijs

Vraag en aanbod proberen altijd met elkaar in evenwicht te blijven. Dat gebeurt doormiddel van de prijs. Wanneer de prijs hoger wordt, daalt de vraag maar stijgt het aanbod. Meer mensen zouden een paar schoenen van €10,- kopen, dan een paar schoenen van €100,-. Maar het aanbod wordt juist hoger, want als je meer geld kan verdienen door iets te verkopen, gaan meer mensen het verkopen.

Wanneer de prijs daalt stijgt de vraag maar daalt het aanbod, als dingen goedkoper waren zouden meer mensen het willen kopen. Voor de mensen die het aanbieden wordt het dan juist minder aantrekkelijk om hun product te verkopen, omdat ze er minder voor terug krijgen. De prijs waarop de vraag en het aanbod aan elkaar gelijk zijn, noemt men het marktevenwicht.

De prijs bepaalt de vraag en het aanbod dus, maar het aanbod en de vraag bepalen tegelijkertijd ook de prijs. Als er weinig aanbod of veel vraag is, zal de prijs stijgen. Wanneer er veel aanbod of weinig vraag is, zal de prijs dalen. Aanbod, vraag en prijs hebben dus constant invloed op elkaar.

Opdracht

 

 

 

 

 

Opdracht 1

Hoe komt vraag en aanbod voor in jouw dagelijkse leven? Bedenk 5 ‘dingen’ waar jij vraag naar hebt en schrijf ze op.

Bedenk 4 ‘dingen’ waar meer vraag naar is, dan aanbod. Schrijf ze op.

Opdracht 2

Schrijf 3 producten/diensten op die duurder zijn geworden door een dalend aanbod. Waarom is volgens jou, dit aanbod gedaald?

Opdracht 3

Lees de volgende stukken tekst en schrijf voor ieder stuk of het aanbod, de vraag en de prijs, stijgen, dalen of hetzelfde blijven.

Consumeren https://www.youtube.com/watch?v=OaTxR3rbi7s&t=87s

Bespreek klassikaal:

Theorie

 

 

 

 

Wat is consumeren?

In deze les gaat het over consumeren. Wat betekent dat precies? Consumeren is het kopen van producten of diensten door de consument. De consument is de persoon die het product gebruikt. Als consument kun je verschillende producten of diensten kopen. Wat is nou het verschil tussen die twee?

Producten zijn spullen. Bijvoorbeeld: een auto, een sporttas of een televisie. Als je een dienst koopt, dan betaal je voor iemand die iets voor jou doet. Bijvoorbeeld een automonteur, een schoonmaakster of een bijlesdocent.

 

Waarom consumeren we?

Er zijn verschillende redenen waarom wij producten en diensten kopen:

 

Wat is kritisch consumeren?

Kritisch consumeren gaat over het zorgvuldig kijken WAT je koopt en WAAROM je het koopt. Als je een kritische consument bent, houd je rekening met dingen zoals:

 

Voordat je een product of een dienst koopt, moet je dus goed nadenken of je achter je koopkeuze staat. Hierbij hoort ook de vraag: is mijn koop ethisch gezien een juiste keuze? Wat dit precies inhoudt en hoe belangrijk die juiste keuze voor jou is, ga je in onderstaande opdracht ontdekken.

Opdracht

 

 

 

 

Pieter wilt graag een nieuw shirt kopen en ziet dat die te koop is voor € 5,-. Erna ziet hij bij een andere winkel exact hetzelfde shirt, maar dan voor € 30,-. Als hij beide labels checkt ziet hij het verschil: het eerste shirt is “Made in Pakistan”, een land dat bekend staat om haar slechte arbeidsomstandigheden, en het tweede shirt is “Made in Finland”, een land dat juist bekend staat om haar hele goede arbeidsomstandigheden. Om deze reden besluit Pieter het shirt van € 30,- te halen.

Beantwoord de volgende vragen:

Overleg kort met degene naast je: