Periode 4, les 3
Loopbaansturing & Economisch burgerschap
Eén op de vijf mbo-studenten heeft al eens geld geleend bij anderen of via DUO. Een groot deel van de studenten geeft aan vaak geld te kort te komen, 15% geeft zelfs aan een financieel probleem te hebben. De gemiddelde schuld van zo’n 65.000 mbo’ers bedraagt maar liefst 1.265 euro.

Aan het einde van deze les:
- Heb je in kaart gebracht wat jij weet van jouw financiële situatie.
- Kun je in eigen woorden financiële begrippen uitleggen.
- Heb jij in kaart gebracht wat jouw persoonlijk inkomsten en uitgaven zijn.
- Kun jij benoemen welke oplossingen er zijn voor een financiële probleemsituatie.

Opdracht 1
WAT WEET JIJ AL OVER BUDGETTEREN?
|
WAT WEET JIJ AL OVER BUDGETTEREN?
Categorieën Hoeveel vakjes staan aangekruist?
Vul de volgende vragen in:
In welke categorie heb je het meeste vakjes aangekruist?
In welke categorie heb je het minste vakjes aangekruist?
Waarom denk je dat je in deze categorieën het meeste en het minste vakjes hebt aangekruist?
Welke begrippen die in de bingo voorkwamen ken je nog niet?
Opdracht 2
Hieronder zie je een sleepoefening. Hierin staan enkele begrippen die je gaat tegenkomen in je leven op het gebied van geldzaken. Sleep de juiste betekenis naar het juiste begrip. Als je hiermee klaar bent, ga je met je tafelgenoot praten over de volgende vragen:
- Welke begrippen kende je al?
- Welke begrippen kende je nog niet?
- Vind je het belangrijk om deze begrippen te kennen? Waarom wel/niet?
ls iedereen klaar is, dan gaan we het klassikaal nabespreken. Kun je nu in eigen woorden uitleggen wat deze begrippen betekenen?
Opdracht 3
Elke maand ontvang je waarschijnlijk geld op je rekening en geef je geld uit. Zo ontvang je loon over een bijbaantje dat je hebt of krijg je iedere maand studiefinanciering. Misschien krijg je ook zakgeld of kleedgeld. Anderzijds geef je ook geld uit. Denk aan de rekening voor je telefoon, nieuwe kleding, je favoriete snacks uit de supermarkt, een drankje (of meerdere) nemen in de club... Als je 18 bent, komen er zelfs verplichte kosten bij, zoals het betalen van je zorgverzekering.
Maak een overzicht van jouw maandelijkse inkomsten en uitgaven. Schrijf op hoeveel je ontvangt en uitgeeft en waarvoor dat is.
Daarna ga je met je buurman of buurvrouw in gesprek over jouw overzicht:
Opdracht 4
Kies 1 van onderstaande casussen en ga in tweetallen de informatie lezen en de vragen beantwoorden. Welke adviezen zouden jullie deze persoon geven?
Maak een pitch van 1 á 2 minuten, waarin jullie het probleem en jullie advies presenteert.