Met vriendjes en vriendinnetjes spelen, spelletjes doen en feestjes vieren met elkaar, zomaar een paar voorbeelden wat jongere kinderen helemaal geweldig vinden.
Voor deze opdracht gaan jullie een activiteitenmiddag organiseren voor jongere kinderen. De doelgroep zijn kinderen van een kinderdagverblijf met de leeftijd van 6 tot 8 jaar (jongens en meisjes). Zo’n samenstelling van een groep noem je verticaal en heterogeen.
Een activiteit organiseren kost veel tijd en moeite, je moet namelijk aan veel verschillende dingen denken.
Je begint bijvoorbeeld eerst met ideeën bedenken, daarna moet je die ideeën vormgeven. Voor wie is de activiteit bedoelt, wat heb ik ervoor nodig, hoe gaan mijn uitnodigingen eruitzien en hoe kleed ik de activiteitenmiddag aan.
Daarnaast moet je nog nadenken over welke activiteiten je wilt gaan doen en hoe je de kinderen motiveert om tijdens de activiteit mee te doen. Je moet over heel veel dingen nadenken.
Extra informatie:
Voor de activiteitenmiddag mag je 8 kinderen uitnodigen. De middag vindt tussen 13:00 en 16:00 uur plaats. Je hoeft niet de volle tijd te gebruiken, maar de middag mag niet eerder beginnen en niet later eindigen. Je mag de dag en de datum voor de middag zelf kiezen. Om de activiteiten middag te organiseren krijg je een fictief budget van €50,- om eventueel een aantal materialen te huren/ aan te schaffen.
De activiteit moet georganiseerd worden in de ruimte binnen het zorgplein.
PS: Wat kinderen erg leuk vinden, is een activiteitenmiddag, gekoppeld aan een bepaald thema zoals piraten, dieren of sprookjes. Zorg ervoor dat de gehele activiteitenmiddag dan in het teken staat van jouw gekozen thema!
Om de opdracht met succes af te kunnen ronden, moet je een aantal zaken inleveren. Je levert het volgende in:
1.Het volledig ingevulde boekje (per groepje);
2.De uitnodiging van de activiteitenmiddag;
3.De versiering;
4.De uitleg van de spelvormen;
5.Per persoon een eigen reflectie;
a)Reflectie is beschreven vanuit de ‘ik’ vorm;
b)Wat heb je gedaan? (Wat ging goed, wat ging niet goed, wat zou je de volgende keer anders doen en waarom?);
c)Hoe verliep de samenwerking (Wat ging goed, wat ging niet goed, wat zou je de volgende keer anders doen en waarom?);
d)Waar liep je tegenaan tijdens de opdracht? (Wat ging goed, wat ging niet goed, wat zou je de volgende keer anders doen en waarom?);
e)Wat neem je mee voor een volgende samenwerkingsopdracht en vervolgstudie;
f)Minimaal 1 a4 met Calibri lettertype 12.