- - 2.2 Tokkelinstrumenten

De snaar wordt bespeeld met de vingers of met een plectrum (een schijfje van kunststof, vroeger van ivoor).


Gitaar, harp, banjo, luit, sitar (India), klavecimbel

 

  1. Akoestische gitaar
    De hedendaagse gitaar heeft meestal 6 snaren.
    Materiaal: Hout, snaren van nylon of staal. De brug wordt gemaakt van ivoor, been of plastic. De fretten van metaal.
     
  2. Elektrische gitaren zijn er in allerlei soorten en maten.
     

  3. Basgitaar
    Deze lijkt op de elektrische gitaar, maar klinkt veel lager. Meestal heeft een basgitaar maar 4 metalen.
     

  4. Harp
    De harp vind je in folk-muziek en in het symfonieorkest.
    Het toonbereik is het grootste van alle orkestinstrumenten. De 47 (!) snaren van een harp worden in trilling gebracht door het tokkelen met de vingers. De harp heeft zeven pedalen, waarmee de snaren strakker (hoger) of minder strak (lager) gespannen kunnen worden.

    Materiaal: Hout, de snaren worden gemaakt van darmen of nylon. De lage snaren van metaal.
     

  5. Luit
    Dit tokkelinstrument is typisch voor Renaissance- en Barokmuziek
     

  6. Klavecimbel
    Ook dit tokkelinstrument is typisch voor Renaissance- en Barokmuziek. Je bespeelt het door middel van een klavier, door middel van een mechaniek worden een snaar getokkeld als je op een toets drukt. Dat werkt dus anders dan bij een piano.