Oefen in deze volgende situaties met ‘ja’ en ‘nee’ zeggen:
-Maak van deze gesprekken een filmpje
-Bekijk de filmpjes en beantwoord de volgende vragen per situatie:
1.Hoe is je houding
2.Hoe klinkt je stemgeluid?
3.Waar kijk je naar? Maak je oogcontact?
Slotvraag:
Geef aan of je het eens of oneens bent met de stelling. Licht je antwoord toe.
1. Je kunt tegen je werkbegeleider beter niet assertief reageren, want je bent ook afhankelijk van hem/haar in je eindbeoordeling.
2. Iemand die agressief reageert, staat heel stevig in zijn schoenen.
3. Assertief reageren doe je nooit naar zorgvragers.