Opdracht 1

App is een afkorting van application, in goed Nederlands betekent het 'toepassing'.

In het dagelijks spraakgebruik duiden we er de toepassingen mee aan op onze mobiele apparaten, zoals mobieltjes en tablets.

In dit onderdeel gaan we kijken welke apps je zelf  gebruikt en maak je ook kennis met apps die je misschien nog niet gebruikt, maar die wel handig zijn.

Verder onderzoeken we de invloed van mobiele apparaten op ons dagelijks leven als gevolg van apps die we gebruiken. Apps maken dingen gewoon veel gemakkelijker om te doen. Wat vroeger moeilijk ging, kan nu lekker snel en handig, dank zij een ap. Denk aan internetbankieren op je telefoon, het bestellen van je boodschappen, waardoor je alleen nog maar naar de supermarkt hoeft om je boodschappen af te halen of zelfs dat niet meer, als ze thuis worden bezorgd. Denk ook aan apps als thuisbezorgd, die invloed hebben op het dagelijks gedrag van mensen en op onze economie.

 

Opdracht 1

Selecteer uit elke categorie een app en zoek er informatie over op internet of in de Appstore of Playstore.

Beschrijf de functionaliteit (dit is wat de app doet), door wie de app is gemaakt, het aantal downloads en welke handelingen door de app worden vervangen. Dus bij een boodschappenapp bijvoorbeeld: ik hoef niet meer naar de supermarkt want ik bestel boodschappen en ze worden thuis bezorgd.

Download het invulbestand, zet het op je laptop en vul alles in.
Daarna kun je jouw antwoorden inleveren op Itslearning, zorg er wel voor dat de bijlage bij het inleveren wordt toegevoegd

 

 

Les 1 - Apps opdracht