Opdracht: Introductie werkbegeleiding
1. Denk terug aan jouw werkervaringen. Kies één werkervaring uit, dit kan een stage zijn geweest of een bijbaantje.
2. Schrijf op hoe jij begeleidt bent toen jij daar startte met werken: Door wie werd je ingewerkt? Hoe werd je ingewerkt? Bij wie kon je terecht met vragen? Wat vond je fijn aan de begeleiding en wat kon beter?
3. Bespreek met medestudenten jullie ervaringen met gekregen werkbegeleiding.
4. Maak een overzicht van ‘de ideale werkbegeleider’. Gebruik tekeningen, afbeeldingen en woorden. Wat doet een ideale werkbegeleider allemaal?
5. Beschrijf gezamenlijk do's en don'ts bij het geven en krijgen van werkbegeleiding.
Opdracht: Motiveren
Een onderdeel van werkbegeleiding geven is het motiveren van de ander voor het werk. Denk na over de volgende vragen en beantwoord deze in groepjes: