Opdrachten

Opdracht: Ezelsbruggetjes

Bij het begeleiden van anderen op het werk is de communicatie erg belangrijk. Voor effectieve communicatie kun je de ezelsbruggetjes gebruiken: ben een OEN, laat OMA thuis, neem ANNA mee, gebruik LSD, smeer NIVEAU en maak je niet DIK.

Beschrijf bij elk ezelsbruggetje een praktijkvoorbeeld waarbij je dit ezelsbruggetje toepast.

 

Opdracht Een begeleidingsgesprek voeren

Bij het voeren van een begeleidingsgesprek is het belangrijk dat je een veilige sfeer creƫert, zodat de ander en de problemen die ze ervaren met jou als begeleider durven te bespreken. Verder is het stellen van open vragen, luisteren, samenvatten en doorvragen belangrijk en het inzetten van de ezelsbruggetjes. Dit ga je oefenen in een rollenspel.

Casus: In gesprek met een vrijwilliger
Gerda is jarenlang mantelzorger geweest van haar moeder, die in een zorginstelling woonde. Twee maanden geleden is haar moeder overleden. Gerda geeft aan dat ze nog graag vrijwilligerswerk in de instelling doet. 'Want', zo zegt ze, 'Ik ken de afdeling en alle medewerkers goed en ik weet precies wat er moet gebeuren. Ik wil graag wat betekenen voor de ouderen.' Gerda komt nu twee avonden in de week om activiteiten te doen. Een van de ouderen, mevrouw Jansen, heeft moeite met de benadering van Gerda. Gerda benadert mevrouw Jansen zoals ze haar moeder benaderde. Maar ja, mevrouw Jansen is haar moeder niet
. (Bron: Samenwerken met vrijwilligers | Vilans)

  1. Bespreek in groepjes hoe je met deze situatie zou omgaan. Op welke manier zou jij deze lastige situatie oplossen? Wat bespreek je met wie en hoe?
  2. Bereid met je groepje het rollenspel voor, waarin je de casus gaat naspelen en de situatie probeert op te lossen. Verdeel drie rollen: die van Gerda, de professional en de observator.
  3. Speel met je groepje de casus na in een rollenspel.
  4. Praat met elkaar na over het rollenspel en trek conclusies. Deel deze met de rest van de klas.