Om doelen te kunnen bereiken, zul je activiteiten moeten plannen. Deze moeten uitgevoerd worden door verschillende disciplines. Daarom is het belangrijk dat je duidelijke en concrete beschrijvingen geeft van de activiteit. Je beschrijft dan duidelijk: wat de activiteit inhoudt, hoe de activiteit uitgevoerd moet worden, wanneer deze plaatsvindt en wie hierbij betrokken zijn.
Beschrijf bij onderstaande situaties minimaal 1 passend doel en een passende activiteit en beschrijf hoe deze activiteit gepland kan worden.
Situaties:
Een oudere cliënt is gewend om elke ochtend de krant te lezen voordat hij gaat ontbijten. Omdat hij steeds langzamer leest, ontbijt hij hierdoor vaak veel te laat. Hierdoor slaat hij regelmatig een maaltijd over en neemt hij zijn medicijnen ook meestal niet in op vaste momenten. De cliënt wil absoluut de krant blijven lezen in alle rust.
Een jonge mannelijke cliënt met een licht verstandelijke beperking geeft aan op mannen te vallen. Hij zou graag in contact komen met andere homomannen met een beperking, maar weet niet hoe hij dit moet aanpakken.
Een cliënt met autisme werkt op een zorgboerderij. Hij is de laatste tijd vaak te laat, terwijl dit niks voor hem is. Hij komt volgens begeleiders depressief over. In gesprek geeft de cliënt aan het te druk te vinden op de zorgboerderij de laatste tijd (ze hebben sinds kort een boerderijwinkel bij de boerderij, waardoor het op het erf drukker is) waardoor hij te overprikkeld raakt. Hierdoor ziet hij er tegenop om naar de zorgboerderij te gaan.
Een cliënt met dementie woont sinds kort op een gesloten afdeling. Ze is erg agressief geworden de laatste dagen. Ze reageert geagiteerd op anderen en is moeilijk te betrekken bij activiteiten doordat ze snel begint te schreeuwen en dingen ook weggooit.