De races

Om aan races mee te kunnen doen moet eens in de vijf jaar de zogenaamde CW waarde, en daarmee de handicap, van de sloep bepaald worden.
Dit gebeurt door middel  van een sleeptest.  


De "Jan  van Riebeek" wordt gesleept.

Een schip volgehangen met allerlei meetapparatuur sleept de sloep met een constante snelheid en voorzien van het gewicht van het team inclusief vaste inventaris en riemen door het water.
Hiermee wordt de zogenaamde CW-waarde vastgesteld.
Zeg maar de weerstand die de sloep in het water ondervindt.
Met deze CW waarde wordt een handicap berekend waarmee weer het wattage per roeier berkend kan worden.
Deze wattage wordt gebruikt om de  uitslag van een race te bepalen.






 

 

 

 

Boot vol met water.

 

 

 

 

 

Door de boot enkele weken voor de test vol te pompen met water zuigt het hout zich vol en is de Zeeolifant al gauw zo'n 600 kg zwaarder.
Daarmee wordt dus een zwaardere handicap tijdens de test verkregen.
Na de test droogt het schip weer op, wordt lichter en de CW waarde neemt af.
Dit is dan weer gunstig voor de klassering.

Deze methode wordt door alle teams met houten sloepen toegepast en is volledig legaal.