1. informatie zoeken en geven over gezonde voeding Energieleverende voedingsstoffen zorgen voor energie in ons lichaam, waardoor we warm blijven, kunnen denken en kunnen bewegen. Bouwstoffen leveren de bouwstenen voor de aanmaak en het herstel van botten en weefsel. Regulerende stoffen (ook wel beschermende stoffen genoemd) zorgen ervoor dat allerlei processen in ons lichaam goed verlopen. Bijvoorbeeld onze spijsvertering. Soms onderscheidt men ook nog genotsstoffen. Deze leveren een bijdrage aan de smaak, de geur en het uiterlijk van ons voedsel. Genotsstoffen ontstaan ook tijdens de bereiding van voedsel. Bijvoorbeeld door bakken, grillen, rijpen en roken. Je ruikt dat meteen. Groente en fruit De vier belangrijkste ongezonde leefstijlfactoren zijn roken, alcohol, onvoldoende beweging en ongezonde voeding. Tien procent drinkt te veel alcohol, een kwart rookt, een derde beweegt te weinig en bijna iedereen eet te weinig groenten en fruit. Soms denken mensen dat ze heel gezond bezig zijn, bijvoorbeeld mensen die actief een sport beoefenen. Maar sporters die na lichamelijke inspanning veel energiedranken gebruiken, krijgen heel veel suiker binnen. En dat is helemaal niet gezond. Het doel van preventie is te zorgen dat mensen gezond blijven door hun gezondheid te bevorderen en te beschermen. Preventie: zitten is het nieuwe roken! Bewegen Bewegen in de buitenlucht is nog gezonder dan binnen bewegen. Buiten krijg je namelijk zonlicht op je huid. Dat heb je nodig voor de aanmaak van vitamine D. Vitamine D is belangrijk voor sterke botten en tanden en bevordert de opname van de mineralen calcium en fosfor in het lichaam. Gezond bewegen is minstens vijf dagen per week een halfuur per dag actief bewegen. Wanneer je zit, beweeg je weinig. Denk bijvoorbeeld aan televisiekijken en autorijden. Of aan iemand met een zittend beroep, zoals een receptioniste. Te veel zitten is daarom niet goed voor de gezondheid en zorgt voor gezondheidsrisico's. Diabetes is een chronische ziekte. Inmiddels heeft 4,5% van de Nederlanders diabetes. Dat zijn zo’n 750.000 mensen. De meesten van hen hebben diabetes type 2. De officiële naam voor de ziekte is diabetes mellitus. Veel mensen noemen dit ‘suikerziekte’ in plaats van diabetes. Er zijn twee soorten diabetes: diabetes type 1 en diabetes type 2. Type 1 is vaak aangeboren. Jonge kinderen hebben meestal type 1. Type 2 is gebonden aan de leefstijl en ontstaat meestal op latere leeftijd. Wat is diabetes type 2? De glucose komt in het bloed terecht als bloedglucose en wordt door het bloed afgegeven aan je lichaamscellen, bijvoorbeeld de cellen in je beenspieren of de cellen in je hersenen. In de cellen wordt de glucose omgezet in energie, zodat je kunt sporten of kunt denken. Bloedglucose heeft een soort sleutel nodig om in de cellen te komen: insuline. Insuline is een hormoon dat wordt gemaakt door de alvleesklier. Bij diabetes type 2 maakt je lichaam geen of te weinig insuline. En zonder deze sleutel kan de glucose niet in de cellen komen. De cellen hebben dus te weinig glucose en in het bloed zit te veel bloedglucose. Bloedglucose heet ook wel bloedsuiker. Zonder behandeling heeft iemand met diabetes geen energie. Hij voelt zich slap en moe en valt af. Als het lichaam merkt dat er te veel suiker in het bloed zit, moet hij vaker plassen. Daardoor krijgt hij weer veel dorst. Te veel glucose in het bloed is bovendien niet goed voor de bloedvaten. Hierdoor kunnen complicaties ontstaan, zoals hart- en vaatziekten, nierziekten en slechtziendheid. Wat hebben voeding en beweging met diabetes type 2 te maken? Voor mensen met diabetes type 2 is het belangrijk om een gezond gewicht te bereiken en te behouden, veel te bewegen en de bloedsuikers onder controle te houden. Gezonde voeding en voldoende bewegen helpen daarbij. De belangrijkste voedingstips zijn: Naast gezonde voeding is het ook belangrijk om voldoende te bewegen. Beweging, lichamelijke activiteit, zorgt voor het verbruik van suikers. Bewegen kun je doen door te sporten, de wasmand de trap op te tillen en te wandelen en fietsen. Welvaartsziekten zijn ontstaan doordat de leefstijl van mensen is veranderd door meer welvaart. In Nederland is de welvaart in de afgelopen tijd enorm toegenomen; alles is in overvloed te koop. Vaak wordt gedacht dat een hogere welvaart (meer geld) ook leidt tot meer welzijn (meer geluksgevoel). In de praktijk blijkt echter dat welvaart en welzijn niet altijd samengaan. Door de hogere welvaart zijn mensen minder gaan bewegen. Mensen gaan eerder met de auto dan met de fiets. Door de afstandsbediening hoef je niet meer uit je stoel te komen. Kinderen zitten meer achter de computer en gaan minder buiten spelen. Dit veranderde eet- en bewegingspatroon heeft geleid tot meer overgewicht en welvaartziekten, zoals diabetes 2. De hogere welvaart heeft dus niet zonder meer geleid tot meer welzijn. Belangrijke richtlijn is dat bewegen en welbevinden bij elkaar horen(Koops, 2016). |
de voordelen van omega 3 vetzuren https://www.youtube.com/watch?v=GLctLC4V9-I