4. voedings- en leefgewoonten observeren, herkennen en de klant hierover adviseren
Voeding heb je nodig om je lichaam in stand te houden. Daarom is belangrijk om kennis te hebben van voeding. Maar voeding heeft ook een sociale functie. Met voeding kun je sfeer creëren en kun je laten zien hoe je in het leven staat. De voedingspatronen en voedingsgewoonten van mensen verschillen per land, per cultuur en zelfs per bevolkingsgroep. Voedingspatroon betekent hoe vaak per dag en op welke tijden je eet. Net als in veel andere Europese landen eten de meeste mensen in Nederland drie keer per dag: ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds. Toch zijn er ook verschillen. In Nederland staat de warme maaltijd nog vaak om 18.00 uur op tafel. In Spanje echter is het heel gewoon om ‘s middags warm te eten. En de avondmaaltijd is vaak pas later in de avond om 20.00 uur.
Voedingsgewoonte betekent wat je wel of niet eet en hoe je het eten klaarmaakt. In Nederland ontbijten mensen vaak met brood, crackers of een kommetje pap of yoghurt. In Engeland houden de mensen van een steviger, warm ontbijt met worstjes, bacon en gebakken roerei.
Voedingsgewoonten hebben ook te maken met de welvaart in een land. Nederland is een welvarend land. In een welvaartsmaatschappij kiezen mensen vaak voor meer gemak. Dit betekent ook dat ze meer convenience food en fastfood eten. Hoe meer een product gekocht wordt, hoe lager de prijs is. In de Verenigde Staten is de prijs van fastfood veel lager dan die van gezonde voeding. Hierdoor eten vooral de armste mensen fastfood. Voedingsgewoonten kunnen ook te maken hebben met cultuur, een levensovertuiging of een geloof.
Voedingsgewoonten veranderen met de tijd. Buitenlandse invloeden hebben onze voedingsgewoonten veranderd. Voor 1950 aten we in Nederland geen bami en nasi. Dat veranderde met de komst van Indonesiërs. De immigranten vanuit Griekenland, Italië, Spanje, Marokko, Turkije en vele andere landen hebben ons bijvoorbeeld gyros leren eten. En pizza, pasta, tapas, couscous, shoarma en een broodje döner.
Vegetariërs en veganisten
Vegetariërs zijn mensen die niets eten waarvoor dieren zijn gedood. Zij eten dus geen vlees en vis. Dit doen zij vanuit een geestelijke levensovertuiging. Vegetariërs eten veel plantaardige producten, zoals granen, peulvruchten, noten, groenen en fruit. Daarnaast gebruiken ze ook melkproducten en vleesvervangers. Veganisten gaan een stukje verder dan vegetariërs. Ze gebruiken helemaal geen dierlijke producten. Zij drinken bijvoorbeeld geen melk en dragen geen leren schoenen en geen wollen truien.
Vegetariërs en veganisten kiezen bewust voor hun manier van leven. Ze hebben hiervoor verschillende redenen:
De eigen gezondheid. Zij vinden vlees en vis ongezond voor de mens.
Bestrijden van dierenleed. Zij vinden dat veel dieren onder slechte omstandigheden leven en niet gedood mogen worden voor de mens. Ze verzetten zich vooral tegen de bio-industrie waarin dieren weinig ruimte en geen daglicht hebben en ongelukkig zijn.
Zorg voor het milieu. Zij vinden dat te veel energie wordt verspild. Plantaardige voeding kost minder energie en spaart het milieu.
Biologisch eten
Mensen die biologisch eten, hebben de overtuiging dat de mens en het milieu sterk met elkaar zijn verbonden. Zij kiezen voor voeding die zorgt voor een gezond lichaam en houden bij hun keuze van voeding rekening met het milieu. Om het milieu zo veel mogelijk te sparen kiezen zij voor:
Zo veel mogelijk plantaardige producten. Zij eten wel vlees, maar met mate. En dan alleen biologisch vlees. Volgens hen spaar je energie en het milieu door plantaardig te eten. Dieren hebben namelijk zelf ook energie nodig om te leven en gebruiken dus veel energie van de aarde.
Voedingsmiddelen die verbouwd zijn zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest, omdat deze stoffen schadelijk kunnen zijn voor het milieu en de gezondheid.
Ongeraffineerde voedingsmiddelen. Dit zijn voedingsmiddelen die zo min mogelijk zijn bewerkt. Bijvoorbeeld: voor het maken van witbrood moeten de vezels van de graankorrels worden gehaald. Ecologen kiezen daarom liever voor volkorenbrood waar alle vezels nog in zitten. En kiezen voor voedingsmiddelen waar geen stoffen aan zijn toegevoegd, zonder conserveermiddelen, geur-, kleur- en smaakstoffen. Ze zijn overbodig en soms ook schadelijk voor de gezondheid. Ze vermijden daarom zoveel mogelijk geconserveerd voedsel en kiezen voor biologische producten en seizoensgroente.
Producten uit eigen land. Zo voorkom je dure transportkosten.
Zo veel mogelijk onverpakte producten. Zo voorkom je onnodig afval.
Biologische voeding is te herkennen aan het EKO-Keurmerk.
Vegetariërs, veganisten en mensen die voor biologisch voedsel kiezen richten zich niet alleen op voeding. Zij kiezen voor een speciale leefstijl. Zij vinden het belangrijk om voeding met zorg uit te kiezen. Daarnaast zijn ook zaken als de tijd nemen voor de wereld om je heen en een leven zonder al te veel luxe voor hen belangrijke waarden. Andere groepen die vanuit een speciale levensovertuiging leven, zijn bijvoorbeeld macrobioten en antroposofen.
Voeding en religie
Voedingsgewoonten kunnen ook te maken hebben met het geloof van mensen.
Er zijn vijf grote wereldgodsdiensten:
Christendom
In Nederland zijn de gelovige mensen van origine christelijk. Christenen geloven in de boodschap van Jezus Christus. Het christendom kent verschillende stromingen. In Nederland hebben christenen bijvoorbeeld een katholiek christelijke, hervormd christelijke of gereformeerd christelijke geloofsovertuiging. In de ene stroming kunnen de regels strenger zijn dan in de andere. Voorbeelden van christelijke voedingsregels zijn:
stilte/gebed voor het eten
dankgebed na het eten
geen vlees eten op vrijdag (Goede Vrijdag)
geen vlees eten op Aswoensdag
veertig dagen voorafgaand aan Pasen vasten.
Hindoeïsme
Hindoes geloven in reïncarnatie. Zij geloven dat je na je dood opnieuw geboren wordt als mens, plant of dier. Hindoes eten daarom liever geen vlees. Een hindoe moet het leven zo goed mogelijk leiden om in een volgend leven een beter of ‘hoger’ leven te krijgen. Het rund is voor een hindoe een heilig dier. Daarom eten hindoes geen rund- of kalfsvlees en ook geen eten dat hiermee in aanraking is gekomen. Voor hindoes is vasten een belangrijke gewoonte. Binnen het hindoeïsme heb je verschillende stromingen. Hindoes die zich streng aan de regels houden, zijn vaak vegetarisch. Degenen die wel vlees eten, eten vooral kippenvlees. Het hindoeïsme staat dicht bij de natuur. Binnen hun cultuur is het daarom niet vreemd om met de handen te eten.
Boeddhisme
Het boeddhisme was een geloof alleen voor monniken. Intussen hebben steeds meer gewone mensen dit geloof overgenomen. Eigenlijk is het meer een manier van leven dan een geloof. Boeddhisten zijn pacifisten. Dit betekent dat zij geloven in geweldloosheid. Daarom mogen geen dieren worden doodgemaakt. Hun voedingsgewoonten lijken veel op die van de hindoes. Boeddhisten zijn vegetariërs.
Jodendom
Voor joodse mensen is het heel belangrijk dat het eten koosjer is. Joden maken verschil tussen rein (koosjer) en onrein voedsel. Voeding is koosjer als het:
afkomstig is van planten
afkomstig is van toegestane dieren
bereid is volgens de regels van het Jodendom. Vlees en melk of melkproducten mogen bijvoorbeeld niet samen worden bereid of gegeten. Joden die zich streng aan de regels houden, hebben daarom hun keuken verdeeld in twee afdelingen. Beide afdelingen hebben hun eigen servies, bestek, pannen en keukengereedschap.
Islam
Aanhangers van het islamitische geloof heten moslims. Bijna alle Turken en Marokkanen in ons land geloven in de islam. Turkse en Marokkaanse families hebben veel aandacht en tijd voor het eten. Voor moslims is het belangrijk om eten zo veel mogelijk te delen met anderen en om samen te eten. Daarom eten families vaak samen uit één schaal. Ze gebruiken veel verse producten en weinig kant-en-klare maaltijden. Moslims maken, net als joden, onderscheid tussen rein voedsel (halal) en onrein voedsel.
Wat ze wel of niet mogen eten staat in de Koran, het heilige boek:
Doe jaarlijks mee aan de ramadan (de vastenmaand waarin je niets mag eten en drinken tussen zonsopkomst en zonsondergang).
Eet geen varkensvlees (dat is onrein).
Eet geen bloedrijk vlees.
Eet alleen ritueel geslacht vlees (halalvlees).
Drink geen alcohol.
Hierna vind je een overzicht per geloofsovertuiging.
Geloofsovertuiging
|
Wat eten zij wel?
|
Wat eten zij niet?
|
Hindoeïsme
|
Veel peulvruchten, rijst, cassave, kokosnoten, pinda’s en fruit.
Groenten en kruiden: deze worden meestal in plantaardige olie gebakken en niet gekookt.
Melk en melkproducten, eieren en honing zijn ook toegestaan.
|
Meestal geen vlees. De koe is voor hen een heilig dier; daarom eten ze geen rund- en kalfsvlees.
20% van de hindoes eet wel kip.
|
Boeddhisme
|
Het boeddhistische voedingspatroon lijkt op het hindoestaanse voedingspatroon.
|
Er zijn boeddhisten die helemaal geen vlees eten en er zijn er ook die alleen geen rundvlees eten.
Gebruiken geen lustopwekkende of prikkelende voeding. Daarom eten zij geen groenten als knoflook, ui, sjalotten, bieslook en prei.
Drinken geen alcohol.
|
Geloofsovertuiging
|
Wat eten zij wel?
|
Wat eten zij niet?
|
Jodendom
|
Rein (koosjer) voedsel, zoals:
ritueel geslacht vlees
rundvlees, kip, vis met schubben
alle groenten, fruit en graanproducten uit een koosjere winkel.
|
Onrein voedsel, zoals:
varkensvlees
schaal- en schelpdieren
paling.
Melk- en vleesproducten mogen ze niet samen in één maaltijd eten.
|
Islam
|
Alleen ritueel geslacht vlees (halalvlees)
|
Geen varkensvlees (dat is onrein)
Geen bloedrijk vlees
Geen alcohol
|
|