Tijdens werkzaamheden rekening houden met hygiëne.

4. tijdens werkzaamheden rekening houden met hygiëne

Voedselveiligheid
Hygiënisch werken is bij verschillende beroepen een eis. Dit is bijvoorbeeld belangrijk als je met voedsel werkt of mensen verzorgt die zwak of ziek zijn. Je handen of materialen kunnen ervoor zorgen dat bacteriën en micro-organismen op allerlei andere plekken terechtkomen. Er zijn vier soorten besmetting:
besmetting
herbesmetting
kruisbesmetting
nabesmetting

Besmetting gebeurt bij onzorgvuldig omgaan met voedsel, vooral bij bijvoorbeeld vis of eieren. Mensen die hierbij een risico lopen, zijn kinderen tot 5 jaar, zieken, zwangere vrouwen en bejaarden. Leg je verhit voedsel op een onsteriele plaats, dan gaat het om herbesmetting en nabesmetting.

Kruisbesmetting gebeurt doordat je materialen, zoals messen, die niet schoon zijn gebruikt of hergebruikt zonder af te wassen. Om dit te voorkomen zijn de zes kleuren snijplanken ingevoerd voor verschillende ingrediënten.

Een ander belangrijk hulpmiddel is een voedselthermometer. Voor het zorgvuldig omgaan met voedsel gebruik je de hygiënecode, afgekort als HACCP. Voluit is het Hazard Analysis and Critical Control Points. Dat betekent een hygiënegevarenanalyse van kritische beheerspunten. Je onderzoekt dan welke mogelijke zaken de voedselveiligheid in gevaar kunnen brengen. Zo kun je bijvoorbeeld met diepvriezen voedsel niet vrij krijgen van micro-organismen. Daarvoor is verhitten nodig. Maar bewaren op de juiste temperatuur is wel erg belangrijk. Zo voorkom je dat micro-organismen zich vermeerderen. En als je een steriele plek wilt hebben, dan is desinfecteren niet voldoende. Dan moet je steriliseren.

Persoonlijke hygiëne
Naast het zorgvuldig omgaan met voedsel heb je regels voor persoonlijke hygiëne. Met een checklist persoonlijke hygiëne kun je bijhouden of alles in orde is. Het gaat om de volgende punten:

Checklist persoonlijke hygiëne

1. Gebruik schone, aangepaste en goed te reinigen, beschermende kleding.

2. Draag geen sieraden, zichtbare piercings en polshorloges tijdens bereidingswerkzaamheden.

3. Steek bij de bereiding (lange) haren op of draag een haarnetje.

4. Zorg ervoor dat je schoon en zonder merkbare lichaamsgeur of andere geuren aan het werk gaat.

5. Was voor aanvang van de werkzaamheden, na pauzes en na toiletbezoek de handen.

6. Was je handen na het werken met rauwe producten en voordat je eindproducten gaat garneren.

7. Was je handen altijd volgens de professionele richtlijnen.

8. Desinfecteer je handen na het wassen als je ziek bent, als je werkt met rauwe kip of als je werkt met zieke patiënten.

9. Dek eventuele wondjes af met een blauwe, waterafstotende gaaspleister.

10. Gebruik wegwerphandschoenen(Koops, 2016).

 

kleuren snijplanken https://www.youtube.com/watch?v=tMy9g3_uuKE