Samenwerkingsopdracht

Lees de volgende casus:

Mevrouw de Boei is 70 jaar. Zij is na een ziekenhuisopname van 2 weken nu opgenomen in het verpleegtehuis om te revalideren. Mevrouw heeft in het ziekenhuis een onderbeenamputatie ondergaan van haar linkerbeen. Dit kwam vanwege een niet genezende open wond aan haar been.

Mevrouw heeft sinds haar jeugd Diabetes Mellitus, hiervoor spuit zij elke dag insuline.

Mevrouw heeft haar leven lang problemen gehad met haar ziektebeeld. Zo vond zij het erg lastig om zich aan haar suikervrij dieet te houden en zondigde zij regelmatig. Hierdoor voelde zij zich vaak ziek. Zij werd dan ook regelmatig opgenomen in het ziekenhuis.

In het verleden is vaak geprobeerd om mevrouw te leren haar eigen bloedsuiker te prikken en aan de hand hiervan te bepalen hoeveel insuline zij moet spuiten.

Het ziekenhuis heeft in de overdracht aangegeven dat mevrouw geleerd moet worden om beter om te gaan met haar ziekte.

In het verpleegtehuis waar mevrouw revalideert is het volgende beeld ontstaan: mevrouw is verdrietig vanwege de onderbeenamputatie. Zij is stil en kijkt verdrietig. Ze heeft weinig moed om echt goed mee te werken aan de revalidatie, zij ziet er het nut niet van in. Zij doet uitspraken als: “Beetje bij beetje ga ik dood. Mijn been is er al af. Straks volgt de rest en als laatst wordt mijn hoofd ook geamputeerd. Scheelt weer een begrafenis”.

Mevrouw spuit haar insuline niet meer zelf, terwijl zij dit voor de ziekenhuisopname nog wel deed. Ze vindt dat het geen zin meer heeft om insuline te spuiten en vindt het wel best dat de zorgverleners dit voor haar doen.

Mevrouw zit vaak in haar rolstoel en laat zich regelmatig naar de rokersruimte rijden, waar zij de ene sigaret na de ander opsteekt.

Maak groepjes van 3. Maak een opzet gericht op het geven van tertiaire preventie aan mevrouw de Boei. Houd hierbij rekening met het volgende:

 

Jullie gaan bovenstaande oefenen in een rollenspel. 1 student is mevrouw de Boei, 1 student is de zorgverlener en 1 student is observator. De observator bekijkt of de onderwerpen van bovenstaande aan bod komen tijdens het gesprek.

Maak het niet te makkelijk, zorg dat mevrouw de Boei allerlei argumenten heeft om te weerleggen zoals: ‘ ja jij hebt makkelijk praten, jij hebt nog 2 benen’.

Wissel van rol zodat je elke rol een keer hebt gehad.

De docent loopt rond en zal, nadat iedereen klaar is met de opdracht, een drietal uitkiezen die het rollenspel klassikaal uitvoert.