Functie van de inleiding

Een tekst of een verslag begint met een inleiding. Een goede inleiding trekt de aandacht van de lezer en geeft aan waar de tekst of het verslag over gaat. Na het lezen van de inleiding weet de lezer wat er komen gaat. Zo kan hij bepalen of de tekst voor hem interessant is om te lezen.
Een inleiding heeft twee functies:
– de aandacht trekken van de lezer trekken - de lezer motiveren om de hele tekst / het verslagte gaan lezen;
– de aandacht richten - onderwerp van de tekst introduceren.

De aandacht trekken kan door:  
– de actualiteit;
– de geschiedenis;
– een voorbeeld/een grappig verhaaltje;
– het aangeven van het belang voor de lezer.

De aandacht richten kan door:  
– één of meerdere vragen te stellen;
– de opbouw van de tekst aan te kondigen;
– een mening (standpunt) te verkondigen;
– een probleem te formuleren.

 

Oefenen   (Deze oefening is gebaseerd op een oefening uit Nieuw Nederlands.)
Hieronder staat een pdf-bestand met vier teksten. Open dit bestand en kies bij elke tekst hoe de inleiding is opgebouwd. Controleer daarna je antwoorden (die staan in het 2e bestand).

1 Geef voor elke tekst aan op welke manier de schrijver de aandacht van de lezer trekt. Kies uit:
A met de actualiteit
B met de geschiedenis
C met een voorbeeld/anekdote
D met het aangeven van het belang voor de lezer

2 Geef voor elke tekst aan op welke manier de schrijver het onderwerp van de tekst introduceert. Kies uit:
A door één of meerdere vragen te stellen
B door de opbouw van de tekst aan te kondigen
C door een mening (standpunt) te verkondigen
D door een probleem te formuleren

Teksten - inleiding.pdf

Antwoorden - inleiding