Migratie naar Nederland
Door de eeuwen heen zijn er van over de hele wereld mensen naar Nederland gekomen. Nederland telt ongeveer 200 verschillende nationaliteiten, dit zijn nagenoeg alle nationaliteiten van de wereld. De redenen van mensen om naar Nederland te migreren lopen sterk uiteen. In dit hoofdstuk kijken we naar de geschiedenis van de migratie naar Nederland en kijken we ook naar de verschillende redenen die mensen hebben en hadden om te migreren.
1580 – 1700
De periode van 1580 tot 1700 was een bewogen periode in de Nederlandse geschiedenis. Enerzijds was een groot deel van deze periode gekenmerkt door de 80-jarige oorlog (1568 – 1648), waar de Nederlanders streden tegen de katholieke Spaanse overheersers met als belangrijkste doel het verkrijgen van godsdienstvrijheid. Aan de andere kant werd deze periode gekenmerkt door de zogenaamde Gouden Eeuw, een periode waarin Nederland ongekende economische voorspoed kende door de zeevaart en de wereldwijde handel waarin Nederland een sleutelrol vervulde.
Amsterdam Museum doet term ‘Gouden Eeuw’ in de banHet Amsterdam Museum gebruikt de term ‘Gouden Eeuw’ niet meer omdat die de lading niet dekt. De komende tijd gaat het museum de aanduiding verwijderen van alle uitingen en op alle locaties waar de collectie wordt getoond. Zo verandert het Amsterdam Museum bijvoorbeeld de titel van de permanente tentoonstelling die het verzorgt in de Hermitage. Hollanders van de Gouden Eeuw wordt dan Groepsportretten van de zeventiende eeuw. Volgens Tom van der Molen, conservator van het museum, is de term ‘Gouden Eeuw gekoppeld aan nationale trots en worden ,,de vele negatieve kanten van de zeventiende eeuw als armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel’’ genegeerd. …………….
Bron: Algemeen Dagblad |
Doordat Nederland aan het eind van de 80-jarige oorlog, als onafhankelijke republiek met relatieve godsdienstvrijheid, bekend stond kwam de migratie van verschillende groepen naar Nederland op gang. Zo kwamen de Franse protestants-christelijke Hugenoten naar Nederland, omdat ze in Frankrijk hun geloof niet mochten belijden. Daarnaast werden de Sefardische joden vervolgt in het Spaanse Rijk en vluchten een deel daarvan ook naar Nederland.
Door de economische voorspoed van de Gouden Eeuw kwamen er ook Duitse seizoensarbeiders, veelal tijdelijk, en Italiaanse ambachtslieden, vaker permanent naar Nederland.
1700 – 1800
In de 18e eeuw bleef Nederland veel migranten trekken. De vrijheid van godsdienst speelde hierbij nog steeds een belangrijke rol. Zo kwamen er veel Asjkenazische joden uit Polen, Rusland en Duitsland naar Nederland die ook in deze tijd al vervolgd werden.
Vanuit Suriname (destijds een kolonie van Nederland) kwamen Nederlandse plantagehouders en bestuurders op verlof in Nederland. Ze namen dan tot slaaf gemaakten, bevrijde slaven of Indianen mee naar Nederland, waarvan een deel vervolgens in Nederland achter zou blijven. Ook bleven Duitsers, Scandinaviërs en Italianen naar Nederland komen, om hier te werken. Vaak ongehuwde mannen die geld wilden verdienen om vervolgens in eigen land een beter bestaan op te bouwen.
1800 – 1900
In de 19e eeuw nam de centrale positie van Nederland in de internationale handel verder af. Hierdoor nam de migratie naar Nederland ook af. Andere Europese landen zoals Engeland, België en Duitsland hadden een voorsprong op het gebied van industrialisatie. Bijvoorbeeld het Duitse Ruhrgebied net over de grens met Nederland was populair bij arbeidsmigranten, die voorheen juist naar Nederland kwamen. De betere situatie elders was voor veel Nederlanders ook reden om naar het buitenland te emigreren. Amerika werd beter bereikbaar door de introductie van het stoomschip, maar ook Duitsland en België waren in trek bij boeren en landarbeiders. Er waren meer Nederlanders die naar het buitenland vertrokken dan dat er migranten naar Nederland kwamen in de 19e eeuw.
In het tweede deel van de 19e eeuw kwamen ook de eerste Roma en Sinti naar Nederland. Deze Roma en Sinti waren rondtrekkende gezinnen die in woonwagen of tenten verbleven en in eerste instantie uit Hongarije kwamen, maar later ook uit landen als Noorwegen, Duitsland en België. Later zijn deze groepen ‘zigeuners’, een woord dat Roma en Sinti zelf als scheldwoord ervaren, door de Nazi’s gedeporteerd en vermoord in vernietigingskampen.
Ook kwamen er in de 19e eeuw veel Duitse marskramers naar Nederland. Zij reisden door het land en verkochten hun waar. Sommigen bleven in Nederland en starten winkels. Bekende ketens als (de inmiddels failliete) V&D, C&A en de in Utrecht bekende Winkel van Sinkel zijn opgericht door Duitse migranten.
1900 – 2000
De 20e eeuw was in Europa, maar eigenlijk over de hele wereld een zeer turbulente eeuw. In deze eeuw vonden de Eerste en Tweede Wereldoorlog plaats, maar ook de Koude Oorlog en de dekolonisatie van Suriname en Indonesië.
In het begin van de 20e eeuw ontstonden er in de havensteden Amsterdam en Rotterdam kleine Chinatowns. Dit zijn wijken waar veel Chinezen bij elkaar wonen. Zeelui die met boten vanuit China kwamen verbleven vaak een tijd in de haven tot ze weer verder gingen met een ander schip. Sommige van deze Chinezen gingen werken als kapper, winkelier of pensionhouder en bleven permanent. Wanneer je in het centrum van Amsterdam loopt op de Zeedijk zie je veel Chinese winkels, restaurants en andere ondernemingen. Ook zijn de straatnaambordjes naast Nederlands met Chinese tekens weergegeven.
Door de twee wereldoorlogen kwamen er vanuit heel Europa vluchtelingen naar het betrekkelijk veilige Nederland. Veel van deze vluchtelingen vertrokken uiteindelijk ook weer. Toen Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam in Duitsland vluchten veel joodse gezinnen naar Nederland, waarvan misschien wel de bekendste de familie van Anne Frank. Daarnaast kwamen er ook politieke vluchtelingen die werden vervolgd door de Nazi’s, zoals socialisten, communisten, maar ook kunstenaars en intellectuelen.
In de 20e eeuw was er ook wereldwijd sprake van dekolonisatie. Europese landen hielden overzeese gebieden aan als winstgebied voor de handel. Zo was Afrika grofweg verdeeld tussen Engeland, Duitsland, Frankrijk, België en Portugal. Ook in Azië en Zuid-Amerika waren veel landen gekoloniseerd door Europese landen. Nederland had als belangrijkste kolonies Nederlands-Indië (tegenwoordig Indonesië) en Suriname. Door het heen en weer reizen van bestuurders en handelaren in de koloniale periode kwamen er ook veel Indonesiërs en Surinamers naar Nederland, waarvan een deel in Nederland achterbleef.
In 1949 werd Indonesië officieel onafhankelijk. In de jaren na de onafhankelijkheid kwamen er zo’n 300.000 mensen terug naar Nederland. Dit ging om mensen met allerlei achtergronden, zowel Indisch als Nederlands. Vandaag de dag zie je nog steeds veel terug van de Indische cultuur in Nederland. In veel steden heb je een Indische buurt waar de straatnamen gebaseerd zijn op de Indonesische eilanden. Daarnaast zijn er veel Indische restaurants en winkels. In sommige steden of gebieden in Nederland wonen grote groepen Nederlandse-Indiërs bij elkaar, maar de meeste mensen met een Indische achtergrond zijn samengesmolten met de Nederlandse samenleving en onderdeel geworden van de Nederlandse dominante cultuur.
De andere veel kleinere kolonie Suriname kreeg zijn onafhankelijkheid uiteindelijk in 1975. De toelatingsregels voor Surinamers waren voor de onafhankelijkheid en net daarna zeer soepel, daardoor kwam er een grote groep Surinamers rond die tijd naar Nederland. In totaal wonen er nu zo’n 350.000 mensen met een Surinaamse achtergrond in Nederland, in Suriname zelf wonen ongeveer 600.000 mensen.
Na de Tweede Wereldoorlog begon de wederopbouw in Nederland, na aanvankelijk een lastige periode ging het in Nederland steeds beter. De economie trok aan en de banen lagen voor het oprapen. Er waren zelfs meer arbeidskrachten nodig dan dat er beschikbaar waren in Nederland. De Nederlandse overheid ging dus actief arbeidskrachten werven. In de jaren ’60 eerst in Italië en Spanje, maar al snel werden ook grote groepen mannen uit Turkije en Marokko naar Nederland gehaald om te komen werken. Deze mensen werden gastarbeiders genoemd. Ze werden naar Nederland gehaald met het idee dat ze een tijd zouden werken en daarna weer terug zouden keren naar hun land van herkomst. Veel arbeiders kwamen ook zelf met dat idee, maar de werkelijkheid bleek vaak anders. Arbeiders bleven langer, lieten hun familie ook emigreren naar Nederland en vestigden zich definitief. De gastarbeiders kregen woonruimte in wijken waar ze bij elkaar kwamen te wonen. Dit zorgde geregeld voor spanningen tussen groepen autochtone Nederlanders die ook in deze wijken en steden woonden en migranten.
In de jaren ’90 van de vorige eeuw brak er een oorlog uit in Joegoslavië een land in het zuidoosten van Europa. Na de oorlog is Joegoslavië uit elkaar gevallen in verschillende landen. Namelijk: Slovenië, Kroatië, Servië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië, Kosovo. Door deze bloedige burgeroorlog kwam er een grote vluchtelingenstroom op gang in Europa. Ook in Nederland heeft zich een grote groep vluchtelingen uit voormalig Joegoslavië gevestigd.
2000 – heden
Na de Tweede Wereldoorlog is er een start gemaakt met de opbouw van de Europese Unie. Dit betekende meer welvaart op het Europees continent en ook meer Europese integratie. Het werd steeds makkelijker om te wonen en werken in andere Europese landen. Met het tekenen van het Verdrag van Schengen waarmee Europese landgrenzen open werden gesteld nam de migratie ook snel toe. In 2007 kwamen er ook veel Oost-Europese landen, zoals bijvoorbeeld Polen en Hongarije, bij dit verdrag. Voor burgers van de Europese Unie (EU) is het mogelijk om vrij te reizen, wonen en werken in landen binnen de EU. In veel verschillende sectoren zoals onder andere de bouw, de transportsector en de landbouw zijn veel arbeiders aan het werk uit Oost-Europese landen. Verreweg het grootste deel van de migranten die de afgelopen 10 jaar naar Nederland is gekomen komen vanuit de Europese Unie.
Ook zijn er sinds het jaar 2000 een aantal oorlogen en conflicten geweest waardoor mensen op de vlucht sloegen. De ene groep is groter dan de andere, maar in Nederland zijn er daardoor onder andere groepen: Syriërs, Irakezen, Afghanen, Somaliërs, Eritreeërs, Ethiopiërs en Soedanezen gekomen.
Sinds de oorlog in Oekraïne in 2022 is uitgebroken zijn er ook miljoenen Oekraïners op de vlucht. Een deel hiervan komt naar Nederland en een groot deel hiervan zal vermoedelijk terugkeren naar hun thuisland. Er zal ook een groep blijven en een leven opbouwen in Nederland.
Redenen voor migratie
Je hebt nu een korte versie van de geschiedenis van migratie naar Nederland gelezen. Hier is te zien dat mensen door de eeuwen heen om allerlei verschillende redenen migreren. Wat vaak terugkomt is het thema veiligheid. Wanneer de situatie vanwege oorlog, geloof, etniciteit of politieke voorkeur niet veilig meer is vluchten mensen vaak naar veiliger gebied in binnen- of buitenland. Het is vanzelfsprekend geen makkelijke en lichte keuze om huis en haard achter te laten. Een tweede thema dat vaak terugkomt als reden voor migratie is werk. In het land van herkomst is een kleinere kans op fatsoenlijk betaald werk, waar het land van migratie deze arbeidskrachten wel nodig heeft. Deze economische migratie gaat in de toekomst steeds meer nodig zijn in Nederland. Door een sterk vergrijzende beroepsbevolking zijn er meer banen dan mensen om dit werk uit te voeren. Economische migratie gaat dus mogelijk een grotere rol spelen in de toekomst in Nederland.
Andere veelvoorkomende vormen van migratie zijn:
Ieder jaar migreren er duizenden mensen naar Nederland. Hoeveel dat er zijn is sterk afhankelijk van wat er gebeurt in de wereld. Ook migreren er jaarlijks duizenden mensen vanuit Nederland naar het buitenland. Soms gaan mensen terug naar het land van herkomst, bijvoorbeeld omdat de veiligheidssituatie is verbeterd, maar ook autochtone Nederlanders verhuizen naar het buitenland om daar een nieuw bestaan op te bouwen.
Ieder jaar kan men de balans opmaken of er meer migranten bij zijn gekomen of juist meer mensen zijn vertrokken. Het zogenaamde migratiesaldo is het ene jaar positief (er komen meer mensen in dan eruit gaan) en is het andere jaar negatief (er vertrekken meer mensen dan erbij komen). Zo was er tussen 2003 en 2007 een afname van het aantal migranten in Nederland (negatief migratiesaldo), maar zien we sinds 2008 een toename van het aantal migranten dat naar Nederland komt (positief migratiesaldo). Mede door de oorlog in Oekraïne is de verwachting dat er ook dit jaar een positief migratiesaldo zal zijn in Nederland.