4a. Lezen

In dit hoofdstuk bestuderen we wat sociale cohesie is en wat de rol van de pluriforme samenleving is op de sociale cohesie in Nederland.

Sociale cohesie is de mate van samenhang en verbondenheid tussen een bepaalde groep mensen. Je kan bijvoorbeeld spreken over de sociale cohesie in een klas of op een school, maar je kan ook spreken over de sociale cohesie in een dorp of in een stad of op landelijk niveau. Sociale cohesie is ook goed zichtbaar op Europees niveau. Wanneer wij in de media veel horen dat er in de Europese Unie vooral gediscussieerd wordt en dat de leiders het niet eens kunnen worden is het gevoel van verbondenheid, het Europeaan zijn, klein. Wanneer er echter eensgezind afspraken gemaakt worden over bijvoorbeeld het klimaat of over steun aan Oekraïne in de oorlog tegen Rusland neemt de sociale cohesie enorm toe in Europa. In dit hoofdstuk kijken wij vooral naar de sociale cohesie op landelijk niveau.
 

Culturen vergelijken: Geert Hofstede

Migratie is ook van invloed op de sociale cohesie in een land. Soms in positieve zin: mensen zijn moedwillig om met elkaar Oekraïners op te vangen die vluchten voor de oorlog in hun land. De acties die hierbij horen leiden tot een gevoel van saamhorigheid onder Nederlanders en leiden dus tot een sterkere sociale cohesie. Migratie kan ook in negatieve zin van invloed zijn op de sociale cohesie. Een belangrijke reden hiervoor leidt terug tot de verschillen in culturen. De Nederlandse socioloog Geert Hofstede heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar cultuurverschillen en kwam uit op vijf dimensies waarop culturen kunnen verschillen. Dit onderzoek deed hij binnen afdelingen bij werknemers van hetzelfde bedrijf in verschillende landen. De verschillen in culturen zien we in verschillende dominante culturen, maar we zien ze ook binnen samenlevingen, tussen de dominante cultuur en verschillende subculturen. We bespreken de vijf dimensies waarop culturen van elkaar verschillen hieronder:  
 

  1. Machtsafstand: op veel plekken op de wereld is de machtsafstand tussen bijvoorbeeld ouder en kind of werknemer en werkgever erg groot. In Nederland en grote delen van Europa is deze machtsafstand veel kleiner. Zo is het in Nederland bijvoorbeeld een stuk normaler om een discussie met je vader aan te gaan dan dat het in Turkije is.
  2. Individualisme vs. collectivisme: sommige landen en gebieden in de wereld zijn individualistisch ingesteld (gericht op het individu), waar in andere landen en gebieden in de wereld de groep juist veel meer voorop wordt gesteld. In China is bijvoorbeeld al het handelen van de persoon erop gericht om ‘het collectief’, dit kan zijn het land, het gezin of het bedrijf waar je werkt beter te maken. Nederland is veel individualistischer ingesteld, mensen maken hier vaker keuzes die in hun eigen belang zijn en kijken daarna pas of dit voor de groep of het collectief ook een goede keuze is.
  3. Masculiniteit vs. femininiteit: deze dimensie verschilt sterk per land en gebied, maar verandert ook sterk in de tijd. Deze dimensie vertelt ons iets over hoe er in een samenleving wordt aangekeken tegen sekserollen, oftewel de rolverdeling tussen mannen en vrouwen. In sommige samenlevingen is er een hele sterke verdeling tussen rollen voor mannen en vrouwen, bijvoorbeeld in een groot deel van de Arabische wereld. In Nederland is in de afgelopen decennia dit verschil kleiner geworden en is er meer gelijkheid gekomen tussen mannen en vrouwen.
  4. Onzekerheidsvermijding: de mate van angst voor de toekomst in een samenleving is terug te zien in deze dimensie. In sommige landen hechten mensen sterk aan zekerheid in de vorm van vaste regels, geld sparen, een vaste baan, maar ook religie is een vorm van onzekerheidsvermijding. In andere landen gaan mensen hier een stuk vrijer mee om. In Duitsland hechten mensen bijvoorbeeld heel sterk eraan dat regels worden nageleefd, waar wij in Nederland hier een stuk vrijer mee om gaan.
  5. Lange termijn vs. korte termijn oriëntatie: in Nederland is na de Tweede Wereldoorlog behoorlijke stabiliteit. Dit leidt ertoe dat mensen ervaren dat hun veiligheid gegarandeerd is, dat hun economische situatie stabiel is en dat ze zich makkelijker oriënteren op de lange termijn. In de Verenigde Staten is de economische stabiliteit voor veel mensen een stuk minder. Dit leidt ertoe dat mensen veel meer op de korte termijn gericht zijn. Als je vandaag geld hebt koop je vandaag een auto. In veel Aziatische landen, waaronder China, is de lange termijn oriëntatie nog veel sterker.

Deze vijf dimensies geven een beeld dat verwachtingen van mensen ontzettend uiteen lopen. Duitsers gaan bijvoorbeeld anders om met regels dan Nederlanders. Door deze verschillen inzichtelijk te maken is het bijvoorbeeld beter te verklaren waarom Chinezen in Nederland een andere werkhouding hebben veel autochtone Nederlanders. 

 

de Spaghettirellen (1961)

De spanningen tussen autochtone Nederlanders en nieuwkomers leiden vaak tot vooroordelen, maar soms ook tot confrontaties. Een voorbeeld daarvan zijn de zogenaamde Spaghettirellen die in 1961 in verschillende plaatsen in Twente voorkwamen. Italiaanse gastarbeiders raakten slaags met de lokale bevolking. Aanleiding voor de rellen was de omgang van de Italianen met vrouwen in het Twentse uitgaansleven. Dit leidde tot onbegrip en uiteindelijk agressie bij de lokale bevolking. Een mogelijke verklaring ligt in een andere benadering van man-vrouw verhoudingen tussen Italianen en Twentenaren in de jaren ’60. De komst van de Italiaanse gastarbeiders en vooral het onbegrip en wantrouwen van de twee groepen naar elkaar was van invloed op de sociale cohesie in Twente in de jaren '60.
De Twentse rellen zijn slechts een voorbeeld van hoe cultuurverschillen kunnen leiden tot afname van de sociale cohesie binnen een wijk, stad of zelfs land. Naarmate migranten langer in de nieuwe samenleving wonen integreren de dominante cultuur en de subcultuur vaak beter met elkaar. Vandaag de dag zie je bijvoorbeeld nog steeds in Twente bovengemiddeld veel Italiaanse restaurants. Dit is nu onderdeel geworden van de dominante cultuur in Twente.