Utopia: het boekje

Tentoonstelling in Museum M over Utopia https://onderwijs.hetarchief.be/item/2r3nw04t3h

Utopia - boek I

‘Dus pikken ze nu alle akkers in, zetten grote hekken om hun nieuwe weilanden, slopen de huizen, verwoesten de dorpen maar laten wel de kerk staan. Op welke manier die arme mensen ook gedwongen worden te vertrekken, mannen, vrouwen, echtparen, weduwen en wezen, ouders met kleine kinderen en al hun arbeiders zonder geld; ze worden gedwongen om te vertrekken, zeg ik, uit hun bekende en vertrouwde huizen zonder dat ze ergens naar toe kunnen.’
(p. 36)

de gevolgen zijn vreselijk:

‘Overal herbergen, hoerenkasten en bordelen, overal kroegen met hun bier en hun wijn en hun duizenden verfoeilijke spelletjes: met dobbelstenen, met kaarten, met munten, met fiches, met kleine balletjes, met grote ballen.’ (p. 38)

Oplossing: gemeenschappelijk bezit
dan (kan) het niet meer zó uit de hand lopen.
Sterker, dan zou er tijd over zijn voor andere dingen dan werken, eten en slapen Vgl: Karl Marx


Thomas More - Boek II

In het Tweede Boek gaat More dieper in op een geschikte dagbesteding. In Utopia:

Elke dag worden lezingen gehouden. ‘Talloze mannen en vrouwen uit alle lagen van de bevolking komen naar de lezingen luisteren als er eentje bij zit die hen aanspreekt.’
(p. 81)

 

‘mag iedereen de tijd dat hij vrij is van zijn werk voor bezigheden gebruiken die hij zelf heeft uitgekozen en de meesten houden zich in deze tussenuren bezig met intellectuele arbeid.’
(p. 81)

Omdat de adel en de rijken het in Utopia niet meer voor het zeggen hebben, bestaat er ook een andere morele orde. Een voorbeeld:

‘De Utopianen hebben een enorme afkeer van oorlog. Hoewel geen enkel ander dier zo vaak vecht als de mens, vinden ze vechten alleen iets voor dieren. Voor oorlogsroem hebben ze, in tegenstelling tot bijna alle andere volken, dan ook geen enkele waardering.’
(p. 126)

 

En is het volgende citaat niet een vorm van levenskunst?

‘Ook een knap uiterlijk, een goede conditie of een lichaam dat barst van de energie is een leuk cadeau van moeder natuur, waar je best blij mee mag zijn. Hetzelfde geldt voor genot dat via onze oren, ogen en neus ons lichaam binnendringt: dat beschouwen ze als iets dat ons leven kleur geeft.’
(p. 110)

Thomas More - Conclusie