Uitvoeren

  1. Door stap 2 en 3 van deze IBO gedaan te hebben, heb je een beter beeld van hoe de creatieve ontwikkeling verloopt en waar je rekening mee moet houden qua materialen en omgeving, als je een activiteit aanbiedt. Dit ga je verwerken in 5 instructiekaarten of instructievideo’s. Je houdt hierbij rekening met de uitkomst van de beschrijving uit het document.
     
  2. Deze video’s en kaarten moeten er uiteraard aantrekkelijk uitzien. Filmpjes mogen niet te lang duren (denk aan maximaal 2 minuten per activiteit) en kaarten mogen niet groter zijn dan 1 A4 per activiteit. In de instructie (in de vorm van kaarten en/of filmpjes) moet in ieder geval de volgende informatie naar voren komen:
  1. Wie (voor wie, voor hoeveel kinderen/jongeren)
  2. Wat (wat is de activiteit in het kort)
  3. Waar kan de activiteit uitgevoerd worden?
  4. Welke ontwikkelingsgebieden worden er (vooral) gestimuleerd?
  5. Wat is het SMART-doel van de activiteit? (wat kunnen de kinderen ervan leren? wat kunnen ze erdoor ervaren?)
  6. Hoe ga je de activiteit uitvoeren in 3 stappen: Introductie (Begin) - Uitvoering (Midden) - Afsluiting (Eind)

Hier kan je uitgebreidere informatie vinden over de video’s en kaarten.

  1. Je voert minimaal 1 van je 5 activiteiten uit op je stage.