1.25 P2-K1-W3 Assisteren bij recreatieve en sociale activiteiten (1)

Inleiding

De helpende zorg en welzijn assisteert bij de uitvoering van sociale en recreatieve activiteiten. Dat betekent dat je de client kunt ondersteunen bij het uitvoeren van activiteiten. Je kunt ook het doel van de activiteiten beschrijven en uitleggen aan de client. Je kunt activiteiten zowel individueel als in groepsverband aanbieden en weet om te gaan met bepaalde groepsdynamiek.

Lesdoelen

Huiswerk

Lees uit het boek 'Helpende  zorg en welzijn' Thema 10, hoofdstuk 27 Het belang van activiteiten en hoofdstuk 28 Het begeleiden van activiteiten.

Zoek uit of er protocollen, procedures, richtlijnen en of instructies op jouw werkplek zijn, gericht op activiteiten. Neem deze mee naar de les. Zoek in de praktijk uit wie de activiteiten organiseert. 

 

Onderwijsactiviteit

Het werkproces waar je nu mee bezig bent, heet: assisteert bij de uitvoering van sociale en recreatieve activiteiten. Klassikaal bekijken jullie wat deze woorden betekenen en welke sociale en recreatieve activiteiten er bij jullie op de afdeling worden aangeboden.

 

In het examen dat hoort bij dit werkproces ga je vertellen waarom je een bepaalde activiteit hebt gekozen voor jouw clienten. Ter voorbereiding hierop werk je de volgende opdracht uit:

Opdracht 1: 

Beschrijf jouw doelgroep en noem 5 voorbeelden van activiteiten die op jouw werkplek worden aangeboden. Gebruik onderstaand schema hiervoor:

Waar?

Wie (wat is jouw doelgroep?)?

Wat?

Waarom?

Welke (materialen en middelen heb je nodig)?

Hoe?

 

Opdracht 2:

Als huiswerkopdracht ben je in de praktijk opzoek gegaan naar protocollen, procedures, richtlijnen en of instructies die op jouw werkplek gericht zijn op activiteiten. Deze uitwerkingen heb je meegenomen naar de les. Vorm een duo en bekijk de uitwerkingen van een klasgenoot. Laat je informeren over de activiteiten die er bij hem/ haar plaatsvinden. Vraag naar de organisatie van deze activiteiten.