Rubric voorbereidende opdracht 1

Hoe gaat ie?

Rubric

In deze opdracht gaan we verbanden leggen. Letterlijk en figuurlijk.

Je weet hoe je interesse toont in de patiënt. Je hebt geoefend met het houden van een gesprekje over de situatie waarin iemand zit. Je kunt de hulpvraag en wensen van de patient achterhalen. Maar kun je dit ook terwijl je bezig bent met een activiteit?
Als je bezig bent met iets uit te leggen, hoe hou je contact en toon je belangstelling voor de patiënt terwijl deze een lastige ingreep of behandeling ondergaat. Als je assisteert aan de stoel en de patiënt niets terug kan zeggen. Of als de patient aan de balie staat te wachten op medicatie en zich ernstig zorgen maakt over zijn of haar gezondheid. Lukt het je dan om het gesprek gaande te houden? En zo aan echt contact en aandacht te blijven werken?

Om dit te oefenen, speel je uit hoe je bij alle patiënten uit de casussen rekening houdt met wensen en behoeften. Zorg voor variatie. Speel de ene keer de assistent, de andere keer de patiënt.

Als je de patiënt speelt, laat deze dan steeds van humeur veranderen. En speel wisselende specifieke kenmerken. Studerend, jonge moeder, dementerend, werkloos, een specifieke handicap, noem maar op. En varieer in ziektegedrag en ziektebeleving. Zorg voor steeds andere ‘verborgen agenda’s’.
Als je assistent bent, achterhaal je wat deze verborgen agenda is. En probeer je de patiënt zo tevreden mogelijk uit het gesprek te laten gaan.

Zo krijg je een gereedschapskist vol manieren om je patiënten op hun gemak te stellen. Vertrouwen te geven. Hun wensen te respecteren.

Laat dit aan anderen zien!