Je hebt vastgesteld dat het slachtoffer een normale ademhaling heeft, maar wel buiten bewustzijn is. Om te voorkomen dat het slachtoffer geen ademhaling meer heeft door belemmering van de luchtwegen ga je het slachtoffer in de stabiele zijligging leggen.
Stap 1:
Je knielt naast het slachtoffer, aan de kant van het gezicht.
Hierbij zorg je dat de benen van het slachtoffer naast elkaar liggen.
Stap 2:
Je pakt de arm die het meest dicht bij jou is, deze leg je in een hoek van 90 graden (rechte hoek).
Stap 3:
Je doet de verste arm over de borst van het slachtoffer. De hand ondersteun je en leg je met de handrug tegen de wang van het slachtoffer (deze houd je vast).
Stap 4:
Je pakt het been wat het verst van je vandaan is. Je tilt het been bij de knie op.
Stap 5:
Je draait het slachtoffer naar je toe door de gebogen knie naar je toe te trekken. Hierbij zorg je dat je de andere hand nog steeds tegen de wang van het slachtoffer hebt.
Draai het slachtoffer door totdat de elleboog de grond raakt of dat het slachtoffer niet verder kan.
Stap 6:
Je legt het gebogen been zo neer dat de knie en de heup een rechte hoek vormen.
Stap 7:
Je kantelt het hoofd van het slachtoffer voorzichtig naar achter. Hierbij richt je de neus en de mond richting de grond.
Stap 8:
Blijf bij het slachtoffer en controleer elke minuut de ademhaling.
Bron: Het oranje kruis. (2019). Het oranje kruis boekje (27e ed.). ThiemeMeulenhoff.