Op het moment dat je van bewusteloosheid spreekt is het belangrijk dat je onderscheid maakt in een ademend persoon en een persoon van wie de ademhaling gestopt is.
Wat stel je vast bij bewusteloosheid (slachtoffer ademt wel)
Hoe handel je bij een bewusteloos slachtoffer bij wie de ademhaling aanwezig is:
Je voert de kinlift uit bij een slachtoffer zodat de luchtwegen weer ruimte krijgen. Als een slachtoffer op zijn rug ligt kan het voorkomen dat deze geheel of gedeeltelijk afgesloten worden. De zachte delen in de mond en keelholte verslappen dan. Denk hierbij aan de tong en het strottenklepje. Ook kan het gebeuren dat er een belemmering is door speeksel, bloed of braaksel. Het slachtoffer is niet meer in staat om vocht op te hoesten door de verslapping.
Als dit het geval is, leg je een slachtoffer na het uitvoeren van de kinlift in de stabiele zijligging.
Hoe je moet handelen bij een persoon van wie de ademhaling gestopt is (we spreken dan ook wel van een circulatiestilstand) lees je terug in het hoofdstuk over reanimeren.
Bron:Het oranje kruis. (2019). Het oranje kruis boekje (27e ed.). ThiemeMeulenhoff.
Bron: istock.com