Je weet al hoe gebergtes zoals de Alpen zijn ontstaan en hoe een rivier zoals de Rijn stroomt. Ook weet je hoe een rivier invloed heeft op een gebergte, maar hoe zit het met een gletsjer en wat is dat eigenlijk? Dit filmpje somt nog een keer alle kennis op en laat zien welke rol een gletsjer speelt in dit verhaal.
Erosie en sedimentatie: Hoe exogene krachten het landschap veranderen.
Hoog in de bergen lijkt het het hele jaar winter. Zelfs in juli en augustus valt er sneeuw. Die sneeuw heeft op de steile wanden van de toppen geen houvast en valt dan in de kommen ertussen. Een verzamelbekken van sneeuw, hoog in de bergen, heet een firnbekken. Firn is een soort korrelige sneeuw die er al jaren ligt en die ontstaat door het telkens ontdooien en bevriezen van de bovenste sneeuwlaag in de firnbekkens.
In het firnbekken stapelt de sneeuw zich jaar na jaar op. De onderste lagen worden door het gewicht van sneeuw bovenop samengeperst tot ijs. Is het bekken vol, dan glijdt een ijstong langzaam over de rand in de richting van het dal. Zo’n ijstong kan tientallen kilometers lang worden en diep in het dal doordringen. Een firnbekken, samen met een naar het dal schuivende ijstong, heet een gletsjer (afbeelding Een gletsjer). Eigenlijk is het landijs op Antarctica en Groenland ook een grote gletsjer met gletsjertongen in de dalen aan de kust.