2.2 Stadsrechten

Waarom stadsrechten?

Voor landsheren kon het politiek gezien interessant zijn om bepaalde plaatsen stadsrechten te verlenen. Deze steden voelden zich dan meer gebonden aan de landsheer van het gebied waar de stad zat en verbonden zich minder snel met concurrerende heersers. Utrechtse bisschoppen gaven bijvoorbeeld plaatsen als Amersfoort (1259), Bunschoten (1355) en Eembrugge (1336) stadsrechten om te voorkomen dat ze in zee gingen met Holland.

De stadsrechten

Vanaf de Middeleeuwen kregen verschillende plaatsen in Nederland stadsrechten. Deze werden verleend door de landsheren. Dat kon bijvoorbeeld gaan om graven, hertogen en bisschoppen. Zij bestuurden het land waar de steden te vinden waren.

De nieuwe steden kregen, in ruil voor trouw aan de landsheer, bijzondere rechten en privileges. Het kon bijvoorbeeld gaan om

  1. Het recht op zelfbestuur of eigen rechtspraak
  2. Het recht om een stadsmuur te bouwen of om
  3. Week- of jaarmarkten te organiseren.
  4. Het recht op het slaan van een eigen munt of het heffen van tol.

Dit was allemaal niet ‘gratis’. In ruil voor de verleende rechten moesten kooplieden bijvoorbeeld belasting betalen aan de landsheer. Verleende stadsrechten werden vastgelegd in een document. De eerste Nederlandse stad die stadsrechten kreeg was in 1061 Stavorens. En de laatste keer dat er stadsrechten werden verleend was in 1586 aan Willemstad in Noord-Brabant.

Voor steden waren de rechten belangrijk. Deze stelden hen in staat om bijvoorbeeld uit te groeien tot handelscentra of militaire voorposten. Stadspoorten waren vaak hét symbool van de nieuwe steden, daarnaast werd op verschillende plekken in de stad en bijvoorbeeld op documenten en vlaggen trots de nieuwe stadswapens afgebeeld.

Afschaving stadsrechten

In 1795 werd het stadsrecht tijdens de Bataafse Republiek helemaal afgeschaft. Het begrip stad bleef wel gewoon gehandhaafd maar veel van de oude privileges verdwenen. Zo werden rechtspraak en wetgeving steeds meer een zaak van het centrale gezag.

Aangezien het verlenen van stadsrechten een middeleeuws fenomeen is, zijn er ook Nederlandse steden die nooit stadsrechten kregen. In de jonge provincie Flevoland is dat bijvoorbeeld het geval met Almere en Lelystad. Deze plaatsen noemen zich echter wel stad. Er zijn ook prominente oude plaatsen die nooit stadsrechten kregen. Het bekendste voorbeeld daarvan is Den Haag, dat al wel vanaf de Middeleeuwen bestuurlijke instellingen huisvestte.

In 1806 verleende koning Lodewijk Napoleon Den Haag de eretitel stad, maar stadsrechten als fenomeen waren toen dus al niet meer in gebruik. Volgens sommigen is Den Haag daarom een dorp en geen stad.

Sinds de invoering van de Gemeentewet in 1851 is er geen bestuurlijk onderscheid meer tussen steden en dorpen en kent Nederland alleen nog maar gemeenten.

Stedelijke burgerij

De opbloei van de oude van  Romeinse steden, maar vooral het ontstaan van nieuwe steden na 1100 is bepalend geweest voor de geschiedenis van West-Europa. Zoals je bij de vorige paragraaf (Agrarisch-urbane samenleving) hebt gelezen was de samenleving verdeeld in een hiërarchie (landheer staat boven de vazal (leenman)). Met de opkomst van de steden ontwikkelde zich een nieuwe manier van leven, gebaseerd op niet-agrarische (agrarisch=landbouw) beroepen, vrij en onafhankelijk van de landheer.

De regels die verbonden waren met het feodale stelsel werden vervangen door nieuwe wetgeving en rechtspraak, gebaseerd op het leven in de stad. De steden maakten zich zo los van de oude feodale verhoudingen.


De landsheer of leenman verleende stadsrechten aan dorpen en nederzettingen om zelf een graantje mee te kunnen pikken van de economische activiteiten daar. De relatie van de landsheer met de opkomende steden was dubbel: hij profiteerde van de nieuwe economische centra in de vorm van belastingen, maar aan de andere kant werden steden steeds onafhankelijker en ondermijnden zij de machtspositie van de landsheer.

 

Stedelijke burgerij en stadsrechten https://www.youtube.com/watch?v=Qo67MViowVw

Het filmpje hierboven verteld jou meer over de stedelijke burgerij en de stadsrechten. De eerste helft gaat over de stedelijke burgerij, dit is het belangrijke stuk van het filmpje voor dit onderwerp.

Maak een samenvatting over wat er wordt besproken over de stedelijke burgerij.
Zet dit in Seesaw en Egodact.

 

 

Staatsvorming en centralisatie

Hieronder zien jullie een filmpje over staatsvorming en centralisatie. Kort wordt hierin besproken wat deze begrippen betekenen en hoe die terug te zien zijn in de Middeleeuwen. Deze twee begrippen hebben een hoop met elkaar gemeen, maar er zitten ook duidelijke verschillen tussen.

Opdracht bij dit filmpje:
Maak een tabel waarin jij de verschillen en overeenkomsten beschrijft van deze twee begrippen.
Zet deze tabel in Seesaw en in Egodact.

 

 

Filmpje staatsvorming https://www.youtube.com/watch?v=HydkO923SUw