Begrippenlijst

Begrippenlijst basisstof 1, 2 en 3

 

Basisstof 1 Bloed

Bloedplasma

Bloedplasma bestaat uit:

- 7% eiwitten

- 91% water

- 2% opgeloste stoffen

Rode bloedcellen

- Hebben de vorm van ronde schijfjes.

- Vervoeren zuurstof

Hemoglobine

- Is een stof met een rode kleur. Hierdoor kunnen ze makkelijk zuurstof opnemen.

Witte bloedcellen

- Hebben een celkern

- Hebben geen vaste vorm

- Kunnen door kleine openingen in de wand

- Maakt ziekteverwekkers onschadelijk

Bloedplaatjes

- Zijn geen cellen, maar delen van uiteengevallen cellen.

-  Hebben geen celkern

- Zorgt voor bloedstolling als je een wond hebt.

 

Basisstof 2 De Bloedsomloop

Bloedvatenstelsel

- Bestaat uit het hart en de bloedvaten. Door heel het lichaam lopen grote en kleine bloedvaten.

Bloedsomloop

- De weg die het bloed door het lichaam aflegt.

De drie typen bloedvaten

- Slagaders, haarvaten en aders

Slagaders

- Door de slagaders stroomt het bloed naar de organen toe.

- De wanden van de slagaders zijn dik, gespierd en elastisch.

Haarvaten

- Dat zijn de kleinste bloedvaten

- De wand van de haarvaten bestaat uit maar één laag cellen.

- Druk in de wanden neemt af.

Aders

- Stroomt het bloed terug naar het hart.

- Haarvaten komen samen in de aders.

- De wanden van de aders zijn dunner en minder elastisch.

Poortader

- De poortader vervoert bloed van de darmwand naar de lever.

- Het bloed in de poortader bevat weinig zuurstof.

Kleine bloedsomloop

- In de kleine bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide afgegeven aan de lucht.  

Grote bloedsomloop

- In de grote bloedsomloop worden zuurstof en andere voedingsstoffen afgegeven aan cellen.

- Koolstofdioxide en andere stoffen worden opgenomen in het bloed.

Dubbele bloedsomloop

- Per omloopt stroomt het bloed twee keer door het hart.

Bloeddruk

De druk van het bloed dat door je lichaam wordt gepompt door je hart.

 

Basisstof 3 Het hart.

Kransslagaders

- Stroomt het bloed met veel zuurstof en voedingsstoffen naar het hart.

Aorta

- Aftakkingen van de kransslagader

Kransader

- Stroomt bloed met veel koolstofdioxide en andere stoffen weg van de hartspier.

Harttussenwand

- Vormt de scheiding tussen de linkerhelft en rechterhelft van het hart.

- Het hart bestaat uit twee boezems en twee kamers.

Bovenste holle ader

- Zuurstofarm bloed uit de organen in het hoofd en uit de armen stroomt naar het hart via de bovenste holle ader.

Onderste holle ader

- Uit de organen in de romp en uit de benen stroomt zuurstofarm bloed het hart binnen via de onderste holle ader.

Rechterkamer

- De rechterkamer pompt het zuurstofarme bloed in de longslagader.

Longslagaders

- Hier stroomt bloed het bloed langs de longen om zuurstof op te nemen.

Longaders

- Zuurstofrijk bloed stroomt via de longaders terug naar het hart.

Linkerboezem

-De longaders monden naar de linkerboezem.

Linkerkamer

-De linkerkamer pompt het zuurstofrijke bloed in de aorta. Van daaruit gaat het bloed naar alle organen van het lichaam.

Halvemaanvormige kleppen

-Deze zitten aan het begin van de longslagader en de aorta. Deze voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de kamers.