Perfect explained

PERFECT (VOLTOOIDE TIJD)

 

GEBRUIK

De present perfect (voltooid tegenwoordige tijd) wordt gebruikt om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd, maar nog steeds een verbinding heeft met het heden:

 

I have done my homework, so now the teacher will not send me away.

 

Dus ook in gevallen waarbij iets in het verleden is begonnen, en nu nog steeds zo is. In het Nederlands gebruiken we dan de gewone (onvoltooide) tegenwoordige tijd:

 

I have lived here since 2005 – Ik woon hier (al) sinds 2005.

I have worked here for fourteen years – Ik werk hier (al) veertien jaar.

 

De past perfect (voltooid verleden tijd) wordt gebruikt om aan te geven dat iets is gebeurd vóór een bepaald punt in het verleden. Het wordt vaak samen met de past (onvoltooid verleden tijd) gebruikt:

 

I had lived in London for 20 years before I moved to Liverpool.

When I arrived at the station, the train had already left.