Continuous explained

CONTINUOUS (“ING-VORM”)

 

GEBRUIK

De continuous wordt gebruikt om aan te geven dat iets op een bepaald moment aan de gang was / is / zal zijn. Het is geen werkwoordstijd op zich, maar een vorm.

Hij kan dus gebruikt worden binnen elke werkwoordstijd.

 

I am doing my homework at the moment. (tegenwoordige tijd)

I was doing my homework when the phone rang. (verleden tijd)

I have been doing my homework since I got home. (voltooide tijd)

I will be doing my homework when you visit me. (toekomende tijd)

 

Je mag de continuous ook gebruiken om aan te geven dat iets zeker gaat gebeuren, of als je het van plan bent:

 

I can’t come to the party; I’m doing my homework tonight.