Theorie: Goud en zilver

De komst van het muntgeld

Eerst probeerde men met goud en zilver te betalen. Goud en zilver was veel waard, omdat er niet zoveel van was. Met een klein klompje kon je heel veel kopen. Een nadeel was dat de klompjes wel altijd gewogen moesten worden om te bepalen wat ze precies waard waren. En dat was niet zo handig, want je had natuurlijk niet altijd een weegschaal bij je.

Om het nog makkelijker te maken, ging men rond de zevende eeuw voor Christus goud en zilver smelten om er munten van te maken. Maar oneerlijke mensen schaafden stiekem de randjes af en daar werden nieuwe munten van gemaakt. Dat zie je bijna niet, maar je komt erachter als je de munten weegt. Om te voorkomen dat iemand de randen afschaaft, hebben munten sindsdien een rand met ribbels. Ook staat er meestal een tekst in, zoals bij ons ‘God zij met ons’.