Soorten lijnen

Aan het einde van de les weet je wat horizontale en verticale lijnen zijn, kun je evenwijdige lijnen herkennen en tekenen en kun je loodrechte en evenwijdige lijnen herkennen in het dagelijks leven.

 

Bekijk de lijnen hierboven. We bespreken hieronder de vier kwadranten: 

Met lijnen bedoelen we altijd rechte lijnen. Linksboven in het kwadrant zie je een lijn a. We zetten bij een lijn altijd een kleine letter.

Rechtsboven zie je een lijnstuk AB. Een lijnstuk begint in een punt en eindigt in een punt. Bij deze punten staan twee hoofdletters. In dit geval zijn dat A en B. AB is dus de naam van het lijnstuk.

Linksonder zie je halve lijn. Een halve lijn begint in één punt en loopt aan één kan onbeperkt door.

Als laatste zie je rechts onderin dat de twee lijnen a en b elkaar snijden. Het snijpunt van de lijnen a en b is S. Punten geven we altijd met een hoofdletter aan.

Bekijk de loodlijnen en de evenwijdige op het plaatje hierboven. We bekijken eerst de loodlijnen.

Loodlijnen herken je aan het rechtehoekteken. Deze is rood gekleurd en kennen wij ook als 'stoeltje'. Dit betekent dat de twee lijnen loodrecht op elkaar staan.

Recht zie je evenwijdige lijnen. Evenwijdige lijnen raken elkaar niet. Zelfs niet als je ze langer maakt. Met de twee rode pijltjes geven we aan dat de twee lijnen dezelfde kan op gaan. Een ander woord voor evenwijdig is parallel.