7.2 Hormonen en hun functie

Hormonen gevormd door het bijnierschors (cortex) Functie
Glucocorticoïden

Hebben invloed op de koolhydraat, vet en eiwitstofwisseling. De belangrijkste glucocorticosteroïd is cortisol. Zonder cortisol kan een mens niet functioneren.

Cortisol beïnvloed de werking van:

  • Het geheugen
  • Concentratievermogen
  • Stemming
  • Slaapwaakritme

Daarnaast is cortisol een stresshormoon. Als je lichaam stress ervaart wordt er naast het hormoon adrenaline ook cortisol aangemaakt.

Cortisol zorgt er dan voor dat de

  • Hartslag wordt verhoogt. Zuurstof kan hierdoor sneller door het lichaam worden verspreidt.
  • Ook gaat je bloedsuikerspiegel omhoog. Door meer suiker in je bloed, de glucose, krijgt je lichaam meer energie waardoor het beter kan presteren.
Mineralcorticoiden

Reguleren in het lichaam het water en zoutevenwicht. De belangrijkste mineralcorticoid is aldosteron. Wanneer het water en zoutevenwicht uit balans is, bijvoorbeeld bij zweten. Dan zorgt aldosteron ervoor dat de balans weer wordt herstelt.

  • Bevordert de uitscheiding van kalium door de nieren
  • Zorgt ervoor dat natrium wordt vastgehouden
  • Zorgt tijdens de vorming van urine voor de uitwisseling van het natrium en kaliumzout. Het natrium wordt weer opgenomen door het lichaam terwijl kalium in de urine terechtkomt.

Dit alles leidt tot een toename van het bloedvolume en daarmee ook een stijgende bloeddruk

Androgenen

Een groep hormonen waarvan de werking analoog is aan die van de geslachtshormonen. Het gaat om androgenen, die in andere weefsels in het lichaam kunnen worden omgezet naar het mannelijke geslachtshormoon, namelijk testosteron. Daarnaast maakt de bijnierschors ook een kleine hoeveelheid van het vrouwelijke geslachtshormoon oestradiol (meest voorkomende oestrogeen). Vorming van deze stoffen vindt plaats in de binnenste laag van het schors. 

De hoeveelheid mannelijke geslachtshormonen (testosteron) die onder invloed van de bijnierandrogenen gevormd wordt hebben bij de man een verwaarloosbaar effect. Namelijk maar 10% in totaal. Bij vrouwen gaat het echter om 50% in totaliteit aan testosteron. Dit uit zich in:

  • Stimulerend effect op de eiwitstofwisseling
  • De groei en aanmaak van erytrocyten (rode bloedcellen)

Het is een misopvatting dat het androgeen zou zorgen voor het ontstaan van mannelijke geslachtskenmerken. 

Het oestrogeen wat zich vormt in de schors heeft geen meetbaar effect. 

 

 

Hormonen gevormd door het bijniermerg (medulla) Functie
Adrenaline

Wordt ook wel het actieve stresshormoon genoemd. Dit wordt uitgescheiden in stresssituaties. Het komt niet alleen vrij als reactie op stress en angst, maar ook bij hitte, kou, woede, pijn en lichamelijke arbeid. 

Bij lichamelijke inspanning en of emoties worden de in de bijnier opgeslagen hormonen uitgescheiden in het bloed. Adrenaline zorgt er dan voor dat de:

  • Bloeddruk stijgt 
  • Hartfrequentie toeneemt
Noradrenaline

Is een voorstadium van adrenaline, dat als bijproduct in kleine hoeveelheden in het merg vrijkomt. Heeft een vergelijkbare werking als adrenaline, maar werkt in op andere receptoren, in andere organen dan adrenaline. Dit komt mede omdat het vooral ter plaatse, aan het zenuwuiteinden van het sympathisch zenuwstelsel wordt uitgescheiden. 

Noradrenaline heeft de volgende effecten op het lichaam:

  • Verhoogt de hartfrequentie en versterkt de pompwerking van het hart
  • Vermindert de bloedtoevoer naar de darm (vernauwing van de bloedvaten)
  • Vermindert de bloedtoevoer naar skeletspieren
  • Remt de spijsvertering 
  • Door de vernauwing van de bloedvaten zien we een stijgende bloeddruk