Hoofdstuk 9. Geslachtshormonen

De geslachtshormonen zijn verantwoordelijk voor het onderscheidt tussen de geslachten. Ze zorgen namelijk voor de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken zoals:

Daarnaast spelen de geslachtshormonen een rol bij de instandhouding van de geslachtelijke functies. Zo zijn ze betrokken bij de productie en rijping van de geslachtscellen (bij de man zaadcellen, bij de vrouw eicellen).

De geslachtshormonen worden geproduceerd onder invloed van de hypofysevoorkwab. De geslachtshormonen zijn voor het eerst actief in de foetale periode (vanaf 9 weken in de zwangerschap tot aan de geboorte). Op dat moment wordt namelijk de productie gestimuleerd door de gonadotrope hormonen bij de vrouw. Dit is een hormoon dat noodzakelijk is voor de ontwikkeling en het funcioneren van de geslachtsklieren (eierstokken en zaadballen). Door dit proces vindt er differentiatie plaats tussen de geslachten (man/vrouw), met name onder invloed van het het mannelijke geslachthormoon testosteron.

Testosteron zorgt voor de ontwikkeling van de primaire geslachtskenmerken (penis, scrotum, testikels) bij de embryoale ontwikkeling, dan wordt het een jongen). Bij afwezigheid van testosteron ontstaan de primaire geslachtskenmerken (vagina, baarmoeder, eierstokken en eileiders), dan wordt het een meisje.

 

In de periode na dat geboorte tot aan het begin van de puberteit worden zeer weinig geslachtshormonen geproduceerd. Zodra het kind in de puberteit terechtkomt wordt de productie van geslachtshormonen verder in gang gezet. Wanneer dit het geval is ontwikkelen zich de secundaire geslachtskenmerken.

 

Hieronder zie je een afbeelding van de vrouwelijke geslachtsorganen:

De vrouwelijke geslachtsorganen

Afbeelding: Vrouwelijke geslachtsorganen. Bron: https://www.predictor.nl/zwanger-worden/vrouwelijk-lichaam/

 

Bron: (Kirchmann & Vleugels, 2016)