Betrouwbaarheid van bronnen

De vraag of je de informatie uit een bron kunt geloven (of de bron betrouwbaar is),  is een probleem waarmee je bij het vak geschiedenis voortdurend te maken hebt. Veel bronnen bevatten onjuiste informatie. Een schrijver kan informatie achterhouden, verdraaien of verkeerd uitleggen. Hoe weet je of de informatie uit een bron echt klopt? Er zijn verschillende hulpvragen om de betrouwbaarheid van bronnen te controleren:

1. Wat voor soort bron is het?

Er zijn verschillende soorten bronnen. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen primaire en secundaire bronnen:

Er kan ook een onderscheid worden gemaakt tussen ongeschreven en geschreven bronnen:

2. Wanneer is de bron gemaakt?

Wanneer iemand aanwezig is geweest bij bijvoorbeeld een veldslag, maar pas jaren later opschrijft wat hij allemaal heeft gezien, kan het zijn dat hij sommige dingen is vergeten. Over het algemeen geldt: hoe minder tijd tussen de gebeurtenis en het maken van de bron, des te betrouwbaarder de bron is.

3. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?

Was hij er zelf bij of heeft hij zijn informatie van iemand anders? Hoeveel schakels zitten er tussen het opschrijven van een gebeurtenis en die gebeurtenis zelf? Over het algemeen geldt: hoe minder tussenschakels, des te betrouwbaarder de bron is.

4. Staan er feiten en/of meningen in de tekst?

5. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?

Dit is belangrijkste en meteen ook de lastigste vraag om te beantwoorden. Wil de maker van de bron zo goed mogelijk informeren of wil hij juist, met een bepaald doel informatie achterhouden of verdraaien? Wij hij een boodschap overbrengen? Baseert hij zich op feiten of overdrijft hij en baseert hij zich vooral op meningen? Is hij neutraal of partijdig? Over het algemeen geldt: hoe eerlijker en onpartijdiger, des te betrouwbaarder de bron is.

De betrouwbaarheid van bronnen onderzoeken is moeilijk omdat een bron volgens het ene punt heel betrouwbaar kan lijken, maar volgens het andere juist niet.

 

 

 

​

 

 

Lees bron 5 en bekijk bron 6 (blz. 64 uit het leesboek). Je oefent betrouwbaarheid van bronnen.