De meeste muizenvalauto's werken als volgt: de muizenval is 'ingesteld', een touw dat aan de arm van de muizenval is gebonden is zorgvuldig om een van de wielassen gewikkeld, en wanneer de val dichtklapt, brengt de zwaaiende arm van de val zijn energie over naar de as om de wielen te laten draaien. Omdat de arm van de val vrij kort is, kan deze, als de auto niet zorgvuldig is geconstrueerd, te snel aan de snaar trekken, waardoor de wielen gaan slippen en er energie verloren gaat. Voor een langzamere, stabielere trekkracht, maak je een lange stok aan de arm vast, om als hefboom te fungeren, en bind je daarna het uiteinde van de snaar hieraan vast, in plaats van aan de arm zelf.