![]() |
Monohybride en dihybride kruisingen |
| DNA Moleculen die de bouwstenen zijn van chromosomen. In het DNA zijn de erfelijke eigenschappen van een organisme vastgelegd. |
| Gen Deel van een chromosoom, dus een stukje van het DNA met een code: informatie over één erfelijke eigenschap. |
| Dominant Een dominante eigenschap komt in de waarneembare kenmerken van een organisme (= fenotype) volledig tot uiting. Het allel is dominant over een recessief allel. |
| Recessief Een recessieve eigenschap komt in de waarneembare kenmerken van een organisme (= fenotype) alleen tot uiting als beide allelen op het chromosomenpaar recessief zijn. Wanneer een dominant allel aanwezig is, overheerst de dominante eigenschap en zal de recessieve eigenschap niet tot uiting komen. |
| Homozygoot Je bent homozygoot voor een bepaalde eigenschap als je er twee dezelfde genen voor hebt. |
| Heterozygoot Je bent heterozygoot voor een bepaalde eigenschap als je er twee verschillende genen voor hebt. |
| Monohybride kruising Een kruising tussen twee organismen waarbij wordt gelet op één eigenschap. |
| Dihybride kruising Een kruising tussen twee organismen waarbij wordt gelet op twee eigenschappen. |
| X-chromosoom Vrouwelijk geslachtschromosoom; een vrouw heeft in een lichaamscel twee X-chromosomen. |
| Y-chromosoom Mannelijk geslachtschromosoom; een man heeft in een lichaamscel een X- en een Y-chromosoom. |
| Kruisingsschema In een kruisingsschema kun je oa een overzicht geven van de chromosoomcombinaties die ontstaan als bepaalde geslachtschromosomen worden gekruist. |
| Allel Een van de verschillende varianten van een bepaald gen. Bijvoorbeeld: een allel voor bruine ogen ligt op het ene chromosoom van een chromosoompaar en een allel voor blauwe ogen ligt op het andere chromosoom. |