We hebben geleerd dat de overheid zorgt voor onze wegen, veiligheid en onderwijs. In Nederland zijn er mensen met veel inkomen, weinig inkomen of geen inkomen. Hoe kunnen mensen met geen of weinig inkomen toch schoon water drinken, eten, onderwijs volgen en gebruikmaken van het openbaar vervoer? De overheid zorgt ook voor de mensen met weinig of geen inkomen.
Na afloop van de les kun je:
De overheid zorgt voor voorzieningen die iedereen kan gebruiken, zoals bijvoorbeeld een speeltuin in een woonwijk, wegen, brandweer, onderwijs en politie. Bij een speeltuin in een woonwijk mag iedereen daar komen spelen, zowel volwassenen als kinderen. Een brandweer is er voor iedereen. Dit noemen we collectieve voorzieningen. De collectieve voorzieningen worden uit de belasting betaald.
Tip: Collectief betekent letterlijk gezamenlijk, dus de collectieve voorzieningen zijn voor de hele bevolking.
In Nederland zijn er mensen met weinig of geen inkomen. Deze mensen verdienen te weinig geld omdat ze bijvoorbeeld ziek zijn, of omdat ze geen werk hebben. Denk aan de tijd van corona, toen mensen ziek werden en afscheid moesten nemen van hun baan of bedrijf. Bij zulke situaties regelt de overheid dan een geldbedrag om van rond te komen. Dit noemen we een uitkering.
Bij de collectieve sector hebben we te maken met het deel van de economie dat georganiseerd wordt door de overheid zelf. De overheid en instellingen die voor collectieve voorzieningen zorgen, noemen we de collectieve sector. Hierbij is het belangrijk om te weten dat de collectieve sector goederen en diensten levert zonder winst te maken.
Ambtenaar zijn mensen die bij de overheid werken. Je bent geen ambtenaar als je werk doet voor de overheid, omdat de overheid het bedrijf heeft ingehuurd waar jij werkt. Dat betekent dus dat bedrijven een onderdeel zijn van particuliere sector en niet van de collectieve sector! Bedrijven zijn commercieel, dus ze moeten winst maken. Alleen als ze geld verdienen kunnen ze blijven bestaan! Bedrijven en burgers behoren tot de particuliere sector.
De overheid zorgt ervoor dat mensen met weinig of geen inkomen een uitkering krijgen. Dat noemen we sociale zekerheid. In de Werkloosheidswet staat dat mensen die bijvoorbeeld geen werk hebben, een WW-uitkering krijgen. In de Algemene Ouderdomswet staat dat mensen vanaf hun pensioenleeftijd een AOW-uitkering krijgen. Voor mensen die te weinig inkomen hebben om hun huur of zorgverzekering te betalen, is er huurtoeslag of zorgtoeslag. Denk aan studenten! Studenten die in een kamer wonen bij een studentencomplex hebben weinig inkomen, dus zij kunnen huurtoeslag krijgen.
In Nederland zijn er veel mensen die een uitkering krijgen, denk aan ouderen en mensen die geen werk kunnen vinden. Iedereen met een inkomen draagt een deel af voor mensen die zelf geen of te weinig inkomen hebben. Van deze inhoudingen op het brutoloon betaalt de overheid de uitkeringen. Deze inhoudingen noemen we sociale premies.
Druk op de afbeelding om een oefening te maken waarbij je moet kiezen tussen de collectieve sector of particuliere sector. Ben je klaar? Ga dan verder met H6.3.
Verschil tussen collectieve sector en particuliere sector
In deze bovenstaande bestaand kan je een overzicht zien met de verschillen tussen collectieve sector en particuliere sector. Deze bestand is handig om te gebruiken tijdens het leren en je kan een kopie van dit bestand maken!