In dit PTA-onderdeel laat je zien dat je op A2-niveau een gesprek aan kunt gaan en praktische dingen voor elkaar kunt krijgen. Je voldoet dan aan de volgende kenmerken:
je kunt iets regelen, bijvoorbeeld:
iets bestellen in een restaurant;
iets kopen in een winkel;
iets regelen aan een balie of telefoon;
een afspraak maken;
je kunt een gesprekje voeren, bijvoorbeeld over:
jezelf en je hobby's;
je plannen voor het weekend;
dingen die je meegemaakt hebt of waar je in geïnteresseerd bent;
je kunt informatie uitwisselen, bijvoorbeeld:
iemand de weg wijzen;
iemand vertellen wat leuk is om te doen in de omgeving;
iemand vertellen over hoe iets eruit ziet;
je beschikt over voldoende woordenschat om je te redden in alledaagse situaties.
je kunt eenvoudige grammaticale constructies gebruiken. Fouten maken mag, maar het moet wel duidelijk zijn wat je wilt zeggen;
je maakt gebruik van alledaagse beleefdheidsvormen.
In de leerdoelenkaart hieronder zie je in één oogopslag wat er van je verwacht wordt op A2-niveau.