Aufgabe 1 Hören (5 minuten):
Luister naar het volgende lied. Beschrijf het verschil tussen de Duitse dierengeluiden en de Nederlandse dierengeluiden.
Aufgabe 2 Wortschatz (10 Minuten):
We doen een korte Blooket met de woorden van Level 2.
Aufgabe 3 Sprechen (10 Minuten):
Benodigdheden: 1 Laptop, die openstaat op de woordenlijst.
Maak groepjes van 3 of 4 personen. Eén iemand in het groepje kiest een woord uit de woordenlijst en vertelt deze niet. De rest van het groepje mag het woord niet weten dus. Leerlingen die het woord niet weten gaan ja/nee vragen stellen, om het woord te achterhalen. Hieronder zie je een aantal vragen, die je zou kunnen stellen. Dit doen we 10 minuten.