Introductie Leervraag en Persoonlijk ontwikkelplan

Inleiding:

Zoals beschreven in het document: PPO (persoonlijke en professionele ontwikkeling) werk je met leervragen om inzichtelijk te maken wat je wilt leren. Die leervraag stel je op aan de hand van dat wat jij kunt leren op de afdeling waar je werkzaam bent.

Het gaat hier om gedrag dat je nog niet beheerst, dat je nog moet leren. Om nieuw gedrag te kunnen aanleren, moet je leren werken met leervragen. In een goede leervraag omschrijf je zo concreet mogelijk het gedrag wat je wil laten zien.

Voorbeeld: ‘Leren beter te communiceren’ is een formulering die geen aanwijzing bevat voor het concrete gedrag wat je wil laten zien. Beter is bijvoorbeeld: ‘Leren de ander aan te kijken als ik iets tegen hem zeg’.

In deze les ga je samen met de docent oefenen in het formuleren van leervragen voor in je persoonlijk ontwikkelplan.

Doelen van de les:

Huiswerk:

Denk na over wat jij wilt leren en bekijk het hoofdstuk 'persoonlijk ontwikkelplan' in het document 'Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling'.

 

Onderwijsactiviteit:

De docent geeft klassikaal uitleg over het formuleren van leerdoelen met behulp van het SMARTI-model. Het SMARTI-model kun je hieronder ook vinden.

Opdracht 1:

Doel              Wat je wil bereiken en waarom?

Inhoud           Waar gaat het precies om?

Leerweg         Hoe ga je daaraan werken?

Tijdpad           Hoelang je erover mag doen?

Evaluatie        Resultaat: “als ik mijn leerdoel heb behaald dan kan ik tenminste….., dit laat ik zien door(bewijs)…”

Formuleer SMARTI!

 

Richtlijnen voor het formuleren van persoonlijke leerdoelen

Een hulpmiddel voor het formuleren van goede leerdoelen is het SMARTI-model. Een goed leerdoel is:

S         Specifiek          geeft precies aan wat je wilt ontwikkelen

M        Meetbaar         het resultaat is meetbaar

A         Activerend       geformuleerd in activiteiten, een actieplan

R         Realistisch        haalbaar gezien omstandigheden

T         in Tijd gezet     voorzien van een tijdsplanning

I         Inspirerend      motiveert je, is aantrekkelijk voor je

 

Specifiek

Een doel is alleen nuttig als het beschrijft wat je wil gaan doen, hoe je dat denkt te doen en wanneer of waar. Voorbeelden van niet specifieke, dus vage leerdoelen zijn:

Ik wil een beter teamlid worden. Ik wil leren communiceren.

Vage doelen hebben meer het karakter van een wens: je kunt er wel vanuit starten, maar

om ze te bereiken moetje ze specifieker maken, bijvoorbeeld:

 

Wens                                                     Doel

Ik wil een beter teamlid worden.       Ik wil meer betrokken zijn door...

Ik wil beter leren communiceren        Ik wil mensen aankijken bij het praten.

Meetbaar

Zorg dat je op een gegeven moment kunt vast stellen dat je je doel bereikt hebt; dan weet je ook of je voortgang boekt. Voorbeeld:

Niet meetbaar: Ik wil in vergaderingen minder tijd verspillen.

Meetbaar: Ik maak aan het begin een tijdsplanning en beëindig een vergadering op het afgesproken tijdstip met het afgesproken resultaat.

Activerend

Een goed doel heeft een actieplan dat concreet aangeeft wat je gaat doen: welke activiteiten ga je ondernemen om het doel in de gestelde tijd te halen?

Het is niet voldoende om een methode te noemen, bijvoorbeeld: ik ga vaker het woord nemen.

Belangrijk is in de activiteit ook een gewenst resultaat op te nemen, bijvoorbeeld: Over drie maanden wil ik drie vergaderingen hebben bijgewoond enaan de hand van feedback van de deelnemers terughoren hoe vaak ik het woord heb genomen..

Een voorbeeld van een weinig activerend doel: Ik ga minder de kantjes er vanaf lopen.

Positief geformuleerde doelen geven richting, negatieve leiden makkelijk tot passiviteit en de vraag: als ik dit niet meer doe, wat dan wel?

Een positief, activerend doel is bijvoorbeeld: Ik wil drie keer een taak op me nemen en die zodanig uitvoeren dat de andere groepsleden daarover tevreden zijn.

Ook hier geldt: je kunt best starten vanuit een besluit om met iets te stoppen, mits je dat voortzet in een positief alternatief.

 

Realistisch

Weinig is zo demotiverend als een onhaalbaar doel; en weinig zo motiverend als een succes. Ga dus na of:

-           je over alle middelen beschikt om je doel te halen

-           de omstandigheden je niet in de weg staan

-           de prijs om het doel te halen niet te hoog is.

Ga na wat je nodig hebt, check wat er mis kan gaan en hoe je dat voorkomt.

 

Tijdsplanning

Doelen zonder tijdspad lopen het risico uitgesteld te worden tot er niets meer van komt. Een tijdsplanning is ook een check op de haalbaarheid van het doel.

Inspirerend

Doelen waarvan jij persoonlijk het nut niet ziet, worden nooit gehaald. Vraag jezelf in alle eerlijkheid af: formuleer ik dit doel, omdat anderen dat graag willen of wil ik het ook echt zelf? Met andere woorden: zit er voor mij iets aantrekkelijks in of gehoorzaam ik alleen aan wat anderen van mij willen.

Soms merk je dat al bij het praten over het doel: zeg je "ik moet... " of  zeg je "ik wil....... "?

 

Leervraag SMART formuleren