Dierlijke producten

Voedermiddelen(Dierlijke producten).docx

1. Noem 2 vormen van dierlijke eiwitten die lastig te verteren zijn. Geef ook aan waar deze eiwitten te vinden zijn in het lichaam van een dier.

 

2. Welke dierlijke producten bevatten de hoogste biologische waarde ?

 

3. Welk probleem kan er ontstaan bij het voeren van enkel spier en orgaanvlees ?

 

4. Waardoor is het ijzergehalte in vlees vaak minder hoog dan wordt aangenomen?

 

5. Welke gedeelte van een prooi komt het meest in de buurt van een volledige voeding voor carnivoren?

 

6. Wat is het grote verschil tussen de analyse van een wild dier t.o.v. een gedomesticeerd prooidier?

 

7. Om welke reden is het niet verstandig een viseter, vlees aan te bieden?

 

10. Waarom noemen ze het voeren van insecten een vorm van ‘fingerspitzengefühl’

 

11. Wat  zijn  de  belangrijkste  kenmerken  van  dierlijke  producten?  (Voedingskundig gezien?)

 

12. Waarom is extra aandacht voor vitamine B1 en E belangrijk bij het voeren van vis?

 

13. Waarom vraagt de calciumvoorziening extra aandacht bij het voeren van insecten aan insectivoren?